Hypothyroidie bij de hond
Inleiding
Hypothyreoïdie is een moeilijk woord voor een te traag werkende schildklier. De schildklier is verantwoordelijk voor de productie van thyroxine (T4), het schildklierhormoon. Thyroxine is een belangrijk hormoon, dat ervoor zorgt dat allerlei stofwisselingsprocessen in het lichaam op de juiste manier verlopen. Als de schildklier te traag werkt, betekent dit dat er te weinig thyroxine geproduceerd wordt, waardoor het dier last krijgt van een te trage stofwisseling.
In de hypofyse (dit is een belangrijk gebied in de hersenen dat zorgt voor de aansturing van allerlei hormonale processen in het lichaam) wordt Thyroïd Stimulating Hormone (TSH) geproduceerd. Op het moment dat het gehalte aan thyroxine in het bloed te laag is, zal de hypofyse meer TSH gaan produceren. Een normaal werkende schildklier zal bij een verhoogd TSH gehalte in het bloed meer thyroxine gaan produceren, net zolang tot het thyroxine-gehalte in het bloed op een normaal niveau is. Via een feedback-systeem zal de hypofyse door het verhoogde thyroxine-gehalte in het bloed een seintje krijgen, zodat het de TSH-productie zal dalen.
In 95 % van de gevallen ligt de oorzaak voor een te traag werkende schildklier in de schildklier zelf, dit noemen we primaire hypothyreoïdie. Deze dieren hebben naast een verlaagd thyroxine-gehalte meestal een verhoogd TSH-gehalte in het bloed. In 5 % van de gevallen ligt de oorzaak centraal in de hersenen, dit noemen we secundaire hypothyreoïdie. Deze dieren hebben meestal een tumor in de hypofyse, waardoor ze ook aan de ziekte van Cushing (lees meer over Cushiing) lijden. Door deze tumor wordt er teveel cortisol (prednison-achtige stof) door de bijnier aan het bloed afgegeven. Hoge cortisolgehaltes zorgen via bepaalde bindingsmechanismen voor een verminderde thyroxine productie.
Primaire hypothyreoïdie komt vaker voor bij honden van grote rassen. Heel zelden zien we het bij kleine hondenrassen. Meestal zijn de dieren ouder dan twee jaar. Aangeboren hypothyreoïdie is heel zeldzaam. Het wordt gekenmerkt door een sterk vertraagde groei en ontwikkeling en is meestal op een leeftijd van drie maanden duidelijk zichtbaar. Bij katten komt spontane hypothyreoïdie niet voor. Wel kunnen katten verschijnselen van hypothyreoïdie krijgen door de behandeling van hyperthyreoïdie, een te snel werkende schildklier. Dit is een ziekte die we regelmatig bij, vooral oudere, katten zien. De behandeling bestaat uit anti-schildklier medicijnen of uit het weghalen van (een gedeelte van) de schildklier. Dit kan leiden tot hypothyreoïdie, en de symptomen en behandeling zijn dan in principe gelijk aan die van de hond.
Symptomen
Honden met hypothyreoïdie zijn kort gezegd dom, dik, traag, sloom en kouwelijk. Het zijn honden die een grote neiging hebben om te dik te worden. Ze geven de indruk dat alles te veel voor ze is en willen het liefst de hele dag slapen. Ze kunnen een hele slome gelaatsuitdrukking hebben, dit komt door oedeemvorming (vochtophoping) onder de huid en door het afhangen van de bovenste oogleden. De dieren kunnen traag en sloffend lopen, vaak zien we een duidelijke spieratrofie (afname van de omvang) en de dieren kunnen zelfs last hebben van een spierontsteking. Bij het klinisch onderzoek op de praktijk valt op dat de dieren een zeer trage en zwakke hartslag hebben. Een frequentie van 60 -120 slagen per minuut is normaal, honden met hypothyreoïdie kunnen bij ons op tafel staan met een hartslag van bijvoorbeeld 40 – 60 slagen per minuut. Dit is, zeker gezien de stressvolle situatie, als afwijkend op te merken. Door de lage stofwisseling gaan er allerlei processen in het lichaam mis. De dieren kunnen naast bovengenoemde klachten allerlei andere, wat vagere klachten hebben. Zo zien we bij honden met hypothyreoïdie nogal eens een slechte vachtconditie, soms zelfs allergisch aandoende huidproblemen. Het is duidelijk dat het immuunapparaat bij honden met een lage stofwisseling niet optimaal functioneert, wat allerlei problemen tot gevolg kan hebben.
Diagnose
Wanneer we een dier van hypothyreoïdie verdenken zijn er een aantal bepalingen nodig om tot een zekere diagnose te komen. We beginnen altijd met het meten van het T4 gehalte in combinatie met het TSH gehalte in het bloed. We meten de totale hoeveelheid T4 in het bloed. Hiervan is maar 0,05% actief, het vrije T4. De rest (99,95%) is gebonden aan eiwitten in het bloed en daardoor inactief. Doordat bepaalde medicijnen of cortisol ook aan eiwitten binden, kan er competitie om de eiwitten ontstaan. Er zal T4 van het eiwit verdreven worden, waardoor er dus meer vrij (=actief) T4 ontstaat. Hierdoor zal de hypofyse minder TSH produceren waardoor de schildklier minder thyroxine zal produceren. Hierdoor zal het totale T4 dalen, terwijl er toch voldoende actief T4 in omloop is en er dus geen sprake is van hypothyreoïdie.
Normaal T4 gehalte in het bloed:
- Er is geen sprake van hypothyreoïdie.
Te laag T4 gehalte in het bloed:
- Hypothyreoïdie –> 20 %
- Secundair, meestal tgv een hypofysetumor
- Sick Euthyroïd Syndrome –> 80 %
Dit is een syndroom waarbij de schildklier en de hypofyse volkomen gezond zijn, maar de dieren toch te weinig thyroxine produceren, wat resulteert in een te laag T4 gehalte in het bloed.
Oorzaken voor het Sick Euthyroïd Syndrome zijn:
- een andere ziekte (bv. Cushing)
- medicijnen (bv. Prednison en bepaalde NSAID’s)
Te hoog T4 gehalte in het bloed:
- Hyperthyreoïdie (zeldzaam bij de hond, komt vaker bij oudere katten voor)
Als we een te laag T4 hebben gemeten kan dit dus veroorzaakt worden door primaire of secundaire hypothyreoïdie, maar ook door medicijnen die het dier krijgt of een andere onderliggende ziekte. Om nu te achterhalen of we echt te maken hebben met hypothyreoïdie meten we het TSH gehalte in het bloed.
Normaal TSH gehalte in het bloed:
- Sick euthyroïd Syndrome – Hypothyreoidie, bij 33,3% van de honden met primaire hypothyreoïdie is het TSH gehalte toch normaal
Te hoog TSH gehalte in het bloed:
- Primaire hypothyreoïdie, de hypofyse probeert door meer TSH te produceren de schildklier te activeren tot (meer) thyroxine productie. Daarnaast vindt er geen negatieve feedback plaats omdat er niet/te weinig thyroxine wordt geproduceerd, hierdoor zal het TSH gehalte nog verder stijgen
Te laag TSH gehalte in het bloed:
- Secundaire hypothyreoïdie
Schildklierscan
Als we naast een verlaagde T4 waarde een normale TSH waarde vinden, kan er bij 1/3 deel van de honden toch sprake zijn van hypothyreoïdie. In deze gevallen kan het maken van een schildklierscan uitkomst bieden. Voordat de scan wordt gemaakt, wordt er radioactief jodium in de bloedbaan gespoten. Dit stofje wordt bij een normaal werkende schildklier door de schildklier opgenomen, waardoor deze middels een scan zichtbaar gemaakt kan worden. We zien dan een schildklier met een normale vorm en grootte. Bij een hond met hypothyreoïdie gebeurt dit niet/nauwelijks en kan de schildklier dus niet/nauwelijks in beeld gebracht worden.
Biopt
Theoretisch is het nog mogelijk om een biopt te nemen van het schildklierweefsel. Dit is de enige manier om de diagnose 100% rond te krijgen. Toch wordt dit in de praktijk eigenlijk niet gedaan, omdat het behoorlijk belastend is voor het dier en te veel risico’s op complicaties met zich meebrengt.
Therapie
We gaan bij een dier met hypothyreoïdie het te kort aan schildklierhormoon aanvullen. Het middel dat we hiervoor gebruiken is L-thyroxine, een synthetisch thyroxine in tabletvorm.
Acht weken na aanvang van de therapie gaan we controleren of we de juiste dosering geven door te meten of het thyroxine gehalte in het bloed binnen de normaalwaarde ligt. Dit doen we bij voorkeur 8-10 uur na de laatste L-thyroxine gift en we zien dan het liefst dat de T4 waarde op de ondergrens van de normaalwaarde ligt. Het is belangrijk om de bloedwaarden regelmatig te controleren, zodat we zeker weten dat we voldoende doseren. Daarnaast is het belangrijk dat we niet te veel doseren en op deze manier hyperthyreoïdie veroorzaken. De dosering zal dus op basis van klinisch beeld en bloedonderzoek worden bijgesteld. De L-thyroxine tabletten dienen op een droge, donkere plaats bewaard te worden bij een temperatuur tussen de 15 en 25 ºC. Er zijn ook tabletten die in de koelkast bewaard moeten worden; lees goed wat er op de verpakking staat.
Prognose
Primaire hypothyreoïdie is prima te behandelen met L-thyroxine. Als we de juiste dosering geven kan een dier volledig klachtenvrij door het leven gaan en net zo oud worden als een dier zonder een te traag werkende schildklier. De prognose van een secundaire hypothyreoïdie is wat lastiger in te schatten. Deze is onder andere afhankelijk van een eventueel aanwezige Cushing en van de groeisnelheid van de hypofyse tumor.