Giardia bij de hond en kat
Giardia is een van de meest voorkomende darmparasieten bij de hond en de kat. Ze zijn verantwoordelijkk voor 10-20% van de diarree bij honden , bij dierenpensions en kennels kan dit oplopen tot 100%.
Hoewel een infectie bij veel dieren nauwelijks klachten geeft, kan de parasiet bij sommige dieren een hardnekkige, terugkerende diarree veroorzaken. Ook in de omgeving van de patiënt kan de parasiet langdurig aanwezig blijven, waardoor herbesmetting vaak voorkomt.
Giardia is een 1-cellige parasiet (flagellaat) die wereldwijd voorkomt bij zoogdieren, ook bij de mens.
Microscopisch beeld van Giardia, de flagellen zijn duidelijk zichtbaar
De parasiet leeft in de dunne darm en hecht zich met behulp van flagellen (een soort hele dunne tentakeltjes) aan het slijmvlies van de darm. Hierdoor raakt het slijmvlies aan de oppervlakte beschadigd, waardoor de vertering en opname van voedingsstoffen niet meer optimaal verlopen. Door deze slechte vertering ontstaat diarree.
Giardia is een Zoönose, het is dus ook voor mensen besmettelijk!
Een dier infecteert zich met Giardia door het opnemen van eitjes. Deze eitjes worden ook wel oöcysten genoemd. Deze oöcysten worden uitgescheiden met de ontlasting door een ander dier die reeds geïnfecteerd is met de parasiet.
Besmetting gaat onder andere:
- via kinderen!!
- via ontlasting van andere honden
- via cystes die in het gras of op de weg achterblijven
Na opname komen uit de oöcysten onder invloed van maagzuur en spijsverteringssappen de parasieten zelf (trofozoieten) vrij (twee trofozieten uit één oöcyste).
Deze trofozoieten zijn de `beestjes’ die zich met hun tentakeltjes (flagellen) aan het slijmvlies van de darmwand hechten en diarree veroorzaken. De trofozoieten vermenigvuldigen zich in de darm en leven daar een tijdje en gaan vervolgens gedurende hun transport door het darmkanaal weer over in de cysteuze vorm (=oöcysten). Zo verlaten ze met de ontlasting het lichaam.
Ze zijn direct weer infectieus en kunnen vooral onder koele en vochtige omstandigheden lange tijd overleven buiten het dier.
Om aan te tonen dat een dier besmet is met Giardia moet de ontlasting worden onderzocht. De oöcysten worden niet bij elke ontlasting uitgescheiden dus is het noodzakelijk om van 3 dagen ontlasting te verzamelen. Van de ontlasting wordt vervolgens een swab genomen en in een speciale vloeistof gedaan. Na goed schudden wordt de vloeistof aangebracht in de zogeheten snaptest en kan na 5 minuten het resultaat worden afgelezen.