EHBO katten
De normale kat
Om in een noodsituatie een goede inschatting te maken hoe het met uw kat gaat is het belangrijk om te weten hoe het onder normale omstandigheden is. Doe thuis regelmatig een algemeen onderzoek. Begin vooraan en hou altijd de zelfde volgorde aan, zo kunt u niks vergeten.
Kijk als eerste naar de ogen; trek het onderste ooglid iets omlaag en beoordeel de kleur van het slijmvlies, trek het bovenste ooglid omhoog en beoordeel het oogwit (zijn er bloedvaten zichtbaar).
Til vervolgens de bovenlip omhoog en kijk naar de kleur van het slijmvlies. Als u hier op duwt wordt het wit, stop met duwen en tel hoeveel seconden het duurt voordat het slijmvlies weer roze wordt. Dit geeft u informatie over de vullingstijd van de bloedvaten en is belangrijk in verband met bloedingen en shock. Bij de normale kat duurt het minder dan 2 seconden vooraleer het slijmvlies weer roze is. Trek de lip niet te strak, hierdoor ziet het slijmvlies er al bleker uit en wordt de vullingstijd beïnvloed (duurt langer voordat de roze kleur terug is).
Kijk naar de ademhaling en tel hoe vaak uw kat per minuut ademhaalt. In rust moet de ademhaling tussen de 10 en 20 keer per minuut zitten. Kijk ook hoe uw kat ademhaalt. Beweegt alleen de borstkas of ook de buik, bewegen de borstkas en buik gelijktijdig op en neer of wordt de buik ingetrokken als de borstkas uitzet.
U kunt het hart vinden waar de elleboog de borstkas “raakt”. Ook in de lies kunt u de hartslag voelen. Een normale frequentie ligt tussen de 120 en 160 slagen per minuut. Na inspanning kan deze hoger zijn.
Tenslotte nog de temperatuur. Katten hebben een hogere temperatuur dan mensen en is tussen de 38 en 39°C. Bij sommige katten is een lagere temperatuur (bijvoorbeeld 37.8°C) normaal. Als ze dan een temperatuur van 38.8°C kan dit al een aanwijzing zijn voor koorts. Als u met enige regelmaat de temperatuur van uw kat meet weet u wat normaal is voor hem/haar.
Shock
Alle organen hebben een minimale bloedvoorziening nodig. De hoeveelheid bloed die naar de verschillende organen gaat wordt geregeld door het hart en de bloedvaten. Bloedvaten kunnen vernauwen en verwijden en op die manier dus regelen hoeveel bloed er doorheen gaat. Als de bloeddruk te laag is, en het niet meer lukt om genoeg bloed naar de organen te sturen bevind het dier zich in shock. Er bestaan verschillende soorten shock. Door bijvoorbeeld een bloeding kan er te weinig bloed in het lichaam zijn om de bloeddruk op peil te houden. We spreken dan van hypovolemische shock.
Bij katten die in shock gaan kunt u de volgende symptomen zien;
- Snelle ademhaling en hartslag
- Lage lichaamstemperatuur
- Koude oren en ledematen
- Suf, sloom, traag, zwak
- Bleek of blauw tandvlees
- Vullingstijd is langer dan 2 seconden
Maak een inschatting van het bewustzijn van de kat. Klap in uw handen en roep de naam. Katten die niet helemaal bij bewustzijn zijn kunnen onverwachts reageren. Ze kunnen zelfs de eigen baas bijten, dus wees altijd op uw hoede. Controleer de ademhaling en de hartslag, de slijmvliezen en de luchtwegen. Strek de hals en doe de kop iets naar achteren. Verwijder slijm en trek de tong (zachtjes) naar buiten om de luchtwegen zo ver mogelijk te openen.
Neem contact op met de dierenarts en deel uw bevindingen. Tijdens transport moet u de kat warm houden.
Wonden
Bloedende wonden kunt u proberen te stelpen door druk op de wond uit te oefenen. Bij ernstige bloeding kan de kat in shock gaan. Voor transport kunt u een drukverband aanleggen. Maak een schoon gaas nat met schoon water en plaats dit op de wond. Hiermee voorkomt u dat de wond uitdroogt, dat er verklevingen optreden en dat de kans op infectie afneemt. Plaats vervolgens het verband van onder naar boven (begin bij de tenen) en let er op dat het niet te strak zit. Laat een wond altijd door een dierenarts controleren.
Soms lijkt de wond mee te vallen maar is er onderhuids wel aanzienlijke schade. Dit is vaak het geval bij bijtwonden. De kleine gaten in de huid gaan snel dicht waardoor alle vuiligheid opgesloten wordt. Er ontstaat een abces dat open kan springen. Ga in deze gevallen naar uw dierenarts om de wond schoon te laten maken en voor medicatie.
Oververhitting
Oververhitting kunt u herkennen aan een kat die erg hijgt, schuim op de bek heeft, zeer rode slijmvliezen en snelle hartslag. Als de organen onvoldoende meer kunnen functioneren zullen de slijmvliezen bleek worden. Katten verliezen warmte voornamelijk via de tong en de voetzolen. Zorg er voor dat overtollig slijm uit de bek wordt verwijderd, geef koud water te drinken, maak de voetzolen nat eventueel met alcohol en bedek de kat met een natte handdoek (regelmatig verversen). Indien er een sloot of een grote bak water in de buurt is kunt u ook de kat daar in dompelen. Masseer uw kat om de bloedcirculatie te stimuleren.
Onderkoeling
Dit is een traag proces. Net als bij mensen zal het lichaam proberen warmte te creëren door spieren te laten trillen. De bloedvaten aan de oppervlakten (onder de huid) trekken zich samen waardoor de ledematen en oren koud aan kunnen voelen. Wikkel de kat in een deken en geef hem/haar lauw water te drinken. U kunt warme kruiken of lege flessen gevuld met warm water bij de kat leggen. Bij bevriezing van de huid voorzichtig masseren, niet wrijven.
Vreemd voorwerp
Als er een vreemd voorwerp (doorn, stuk glas, grasaar) in de huid, het oor of oog van uw kat zit voorkom dan dat hij/zij er aan gaat krabben. Neem contact op met uw dierenarts om het te verwijderen. Vooral grasaren zijn moeilijk te verwijderen. Het hoornvlies (doorzichtige buitenste laag van het oog) geneest moeilijk omdat er geen bloedvaten in zitten. Een goeie diagnose en behandeling is zeer belangrijk.
Verstikking
Bij kokhalzen, met de snoet over de grond schuren of met de poten naar de neus gaan kan er op duiden dat er iets in de keel zit. Ook bij insectenbeten kan er zwelling optreden bij de keel en kan de ademhaling belemmerd worden. Neem in dat geval direct contact op met de dierenarts. Een kat laat het niet altijd goed toe om de keel te inspecteren. U kunt uw kat in een handdoek wikkelen zodat u zijn/haar poten goed onder controle kan houden. Probeer goed te kijken of en wat er in de keel zit voordat u het verwijderd. In geval van vishaken en draden is voorzichtigheid geboden. De draden kunnen verder doorlopen en vastzitten en verwijderen veroorzaakt meer schade.
Vergiftiging
De symptomen zijn zeer uiteenlopend afhankelijk van de stof die het betreft. Bij vermoeden van vergiftiging neemt u het beste zo snel mogelijk contact op met uw dierenarts. Probeer zo veel mogelijk specifieke informatie te geven. Wat heeft de kat precies gegeten/gedronken? Hoeveel? Indien mogelijk neem dan de verpakking mee. In geval van sommige stoffen is het nodig de kat te laten braken, bij andere mogen ze juist niet braken. Het is dus beter nog niks zelf te doen totdat duidelijk is wat de beste actie is.
Reanimatie
Controleer of de luchtwegen vrij zijn. Vervolgens kunt u de kat beademen door de bek gesloten te houden mond-op-neus te geven. Controleer of de borstkas omhoog komt tijdens het beademen, blaas niet te hard. Beademing moet 15 keer per minuut (iedere 4 seconden) gedaan worden. Controleer de hartslag. Hartmassage kan gedaan worden vlak achter de elleboog. Leg uw handen op elkaar en duw naar beneden en iets richting de rug. U kunt ook een aan beide zijde van de borstkas een hand plaatsen en samen drukken. Herhaal dit 100 keer per minuut. Wissel de beademing en hartmassage af; 25 keer hartmassage, 3 keer beademen, enz. Als er na 15 minuten geen effect is heeft het geen zin om verder te gaan.