Pasgeboren pups
Bij de bevalling likt de moeder de pups uitgebreid. Dit doet ze om de vruchtvliezen te verwijderen, de ademhaling te stimuleren en de lichaamstemperatuur op pijl te houden. Daarnaast moeten de pups gestimuleerd worden om te gaan drinken. De belangrijkste doodsoorzaken bij pasgeboren pups zijn onderkoeling, zuurstoftekort en trauma.
Een neonaat is een pup die minder dan 10 dagen oud is. Omdat bepaalde belangrijke functies nog onvoldoende ontwikkeld zijn, zijn ze nog erg kwetsbaar. De moeder is zeer belangrijk aangezien de pups volledig van haar afhankelijk zijn voor voeding, warmte en stimulatie om te plassen en poepen.
Pups van 1 dag oud
Hulp bij de geboorte
U kunt bij de bevalling de moeder helpen door de vruchtvliezen te breken en te verwijderen. Besteed extra aandacht aan de neus en bek in verband met de ademhaling. Als de navelstreng niet goed afscheurt of afgebeten wordt door de moeder, moet deze onderbonden of afgeklemd worden. Afklemmen kan met een tangetje gedaan worden. De tang of ligatuur (hechting) moet op 3-4cm afstand van de pup gezet worden. De tang moet 10 minuten blijven zitten. Indien de navelstreng toch weer gaat bloeden na het verwijderen van de tang moet er een ligatuur geplaatst worden. Controleer of de moeder melk geeft en leg de pups bij de tepels.
Geboorteafwijkingen
Direct na geboorte moeten alle pups gecontroleerd worden op geboorteafwijkingen. Denk hierbij aan een navelbreuk, gespleten gehemelte, hazenlip, afwijkende ledematen en borstkasvorm en het wel of niet aanwezig zijn van de anus.
Omgeving
Door het likken van de moeder ter hoogte van de perianale regio (rond de anus) wordt het plassen en poepen gestimuleerd. Indien de moeder dit onvoldoende doet kunt u dit nabootsen door met een nat watje over de regio te wrijven. Door het likken maakt de moeder alles gelijk ook schoon. Vanaf 2-3 weken leeftijd zullen de pups ook plassen en poepen zonder stimulatie. Het is belangrijk de werpkist schoon en droog te houden. Kranten werken goed en zijn een goedkope oplossing.
In de eerste week moet de omgevingstemperatuur rond de 26 graden Celsius zijn. Een warmtelamp is zeer goed om de temperatuur op pijl te houden. Let hierbij wel op dat de moeder niet oververhit raakt. Zorg er voor dat een gedeelte van de werpkist niet belicht wordt door de warmtelamp zodat de moeder dit koelere gedeelte kan opzoeken. De luchtvochtigheid moet rond de 55-60% gehouden worden. Indien er geen moeder aanwezig is moet de omgevingstemperatuur 30-32 graden zijn. De temperatuur kan in de loop van 4 weken verlaagd worden naar 24 graden.
Gezonde pup
De pups zijn normaal gesproken actief en kunnen zelf de tepel van de moeder vinden. De zuigrefelx moet sterk genoeg zijn. De pups moeten regelmatig (elke 2-3 uur) gecontroleerd worden of ze de tepel kunnen vinden en of ze genoeg drinken. Als dit niet het geval is kunt u ze helpen door ze aan de tepel te leggen. Een pup heeft weinig vet en heeft moeite om zelf zijn/haar lichaamstemperatuur te reguleren. Door actief te zijn kan de pup zijn lichaamstemperatuur beter op pijl houden.
Dwangvoeding
Als een pup zelf onvoldoende drinkt dan moet er worden bijgevoerd. Er is commercieel poeder verkrijgbaar die kan worden aangelengd met water. Deze kunstmelk is verkrijgbaar van verschillende merken. Bij ons in de kliniek maken we gebruik van Roayl Canine. Wegens de grote verschillen tussen pups is er geen standaard voeradvies. Per pup moet afzonderlijk een berekening worden gemaakt hoeveel melk er per dag gegeven moet worden.
Om dit goed te kunnen berekenen zijn de volgende gegevens nodig:
- Geboortegewicht
- Verwachte groei in grammen per dag
- De energie die per gram groei nodig is (dit is voor een pup 16 kilojoule)
- De energiedichtheid per ml kunstmelk (op te vragen bij de fabrikant)
Na elke 100 gram groei moet opnieuw berekend worden hoeveel melk er gegeven moet worden. Een pup groeit ongeveer 10% per dag. Na 10 dagen moet het geboortegewicht verdubbeld zijn en na 20 dagen 3,5-4 keer het geboortegewicht. Om dit goed te monitoren moeten de pups de eerste week 2 keer per dag (elke 12 uur) worden gewogen. De weken daarna is 1 keer per dag voldoende.
Per voederbeurt mag een pup niet meer dan 5-10% van zijn lichaamsgewicht krijgen. In verband met de veiligheid wordt 7% aangehouden. Als er teveel gegeven wordt kan de maag overlopen en gaat de pup braken. Voeden kan gedaan worden met een speen of een sonde. Bij het voeren met een speen is er een groter risico op verslikken. In de eerste week wordt er elke 2-3 uur gevoerd (8-9 keer per dag). ’s Nacht is het voldoende om elke 4 uur te voeren. Met behulp van de magnetron of au bain-marie wordt de melk op lichaamstemperatuur gebracht. Na elke voeding moet plassen en poepen worden gestimuleerd met een watje zoals eerder besproken.
Voorbeeld
- Geboortegewicht: 500 gram
- Verdubbeling in eerste 10 dgen. Dit is dus (500/10) 50 gram per dag
- Per dag is er (50x16kilojoule) 800 kilojoule aan energie nodig
- Indien 1 ml kunstmelk 5 kilojoule energie bevat, dan is er (800/5) 160 ml per dag nodig
- Bij 8 keer voeren is dit (160/8) 20ml per keer. De pup mag per keer (7% van 500) 35 ml hebben dus dat is geen probleem