Het gebit van een pup
Algemeen
Honden hebben een carnivoren (vleeseter) gebit met sterkte hoektanden om een prooi vast te pakken en scheurkiezen of knipkiezen voor het verscheuren ervan. Een volwassen hond heeft rechts en links 3 snijtanden (Incisivi), 1 hoektanden (Canine) en 4 kiezen (Premolaren). Dit geldt voor zowel de boven- (maxilla) als onderkaak (mandibula). In de bovenkaak komen daar 2 kiezen (Molaren) bij en in de onderkaak zijn dat er 3. In totaal zijn er dus 42 elementen aanwezig. De elementen werden vroeger weergegeven in een tandformule en elk element heeft een letter en een cijfer. Tegenwoordig heeft elk element een nummer. De elementen van de rechter bovenkaak worden van voor naar achter aangegeven met 100 (101 t/m 110). Op dezelfde manier is alles van de linker bovenkaak 200, linker onderkaak 300 en rechter onderkaak 400.
Gebit van een hond, de blauwgekleurde elementen zijn niet aanwezig bij de pup. De letter-cijfer combinatie van vroeger en de nieuwe numerieke aanduiding is aangegeven.
Puppiegebit
Puppies worden geboren zonder zichtbare tanden. In de baarmoeder ontwikkelen de tandkiemen zich onder het tandvlees. Dit gebeurt voor zowel het melkgebit als het permanente gebit. Tussen 3 en 12 weken na de geboorte komt het melkgebit door. Het melkgebit bestaat uit snijtanden, hoektanden en de premolaren. De snijtanden en hoektanden zijn het zelfde als bij het volwassen gebit. Van de premolaren ontbreken de eerste (P1). Deze verschijnen pas bij het wisselen samen met de molaren (blauw gekleurd in afbeelding). Als de kaken voldoende gegroeid zijn ontwikkelen de volwassen tanden zich vanuit de reeds aanwezig tandkiemen. Tijdens deze ontwikkeling worden de wortels van het melkgebit geresorbeerd waardoor ze uitvallen.
Element |
Doorbreken melkgebit |
Wisselen permanente gebit |
Snijtanden |
3-4 weken leeftijd |
3-5 maanden leeftijd |
Hoektanden |
3-5 weken leeftijd |
5-7 maanden leeftijd |
Premolaren |
4-12 weken leeftijd |
4-6 maanden leeftijd |
Molaren |
4-7 maanden leeftijd |
Honden hebben een scharend gebit. Hierbij zit de hoektand van de onderkaak tussen de buitenste snijtand en hoektand van de bovenkaak en de kiezen wisselen elkaar af.
Verzorging
Om een gebit mooi te houden is tandenpoetsen het allerbeste. Bij puppies met een melkgebit lijkt dit misschien nog minder van belang maar op jonge leeftijd is het tandenpoetsen wel gemakkelijker aan te leren. Ook moeten ze op jonge leeftijd leren dat het gebit gecontroleerd wordt. Tussen de 8 en 12 weken bevinden de pups zich in de eerste socialisatiefase. In deze fase zijn ze erg nieuwsgierig en is het tandenpoetsen het gemakkelijkste aan te leren.
Controle
Tijdens elk bezoek met uw pup (voor bv de vaccinaties) wordt het gebit gecontroleerd. We letten op een goede stand van de elementen, of alles aanwezig is en of er geen afwijkingen zijn.