In huis plassen van de kat
Deze cliënten hand-out is bedoeld als ondersteuning van het consult door de dierenarts. De tekst gaat ervan uit dat uw huisdier al door de dierenarts is gezien. De adviezen in de hand-out gelden alleen voor dieren bij wie de diagnose is gesteld. De informatie dient niet als vervanging van een consult door de dierenarts! Bedenk bij het lezen dat de gezondheidssituatie van uw huisdier anders kan zijn dan in de teksten wordt beschreven. Verder worden al onze hand-outs vervaardigd aan de hand van niet alleen wetenschappelijke literatuur, maar ook van onze eigen inzichten op grond van persoonlijke ervaringen. Daarom kan de informatie voor een deel afwijken van de gangbare literatuur.
Inleiding
Een veel voorkomend gedragsprobleem bij katten is onzindelijkheid of sproeien in huis. Het is zelfs het meest voorkomende gedragsprobleem bij katten. Helaas is het meestal niet eenvoudig om de problemen op te lossen. Dat heeft te maken met het feit dat plassen en poepen op verschillende plaatsen, maar ook sproeien eigenlijk normaal gedrag is voor een kat. Het is echter voor een katten eigenaar onacceptabel gedrag. Een tweede moeilijkheidsfactor bij het oplossen van deze problemen is, dat het niet altijd even eenvoudig is om de juiste diagnose te stellen.
Waarom plast uw kat altijd op de deurmat of een meter bij de kattenbak vandaan? Waarom sproeit uw kat tegen de gordijnen?
Om een kans te hebben de problemen op te lossen, is het noodzakelijk dat we zo goed mogelijk begrijpen waarom katten dergelijke dingen doen. Maar ook moeten we een duidelijk onderscheid maken tussen onzindelijkheid en sproeien.
In dit artikel willen we proberen een en ander uit te leggen en u een aantal strategieën te schetsen om tot een oplossing van het probleem te komen. Ook een aantal homeopathische behandelingen bij deze problemen zullen de revue passeren. Een homeopathisch middel moet overigens niet gezien worden als een tovermiddeltje om dit soort gedragsproblemen 1, 2, 3 op te lossen. Het is eerder bedoeld als een ondersteunend middel, dat ingezet kan worden naast de andere maatregelen.
Sproeien
Sproeien kan worden onderscheiden van normaal plassen door de houding van de kat. De kat staat, houdt de staart recht omhoog en sproeit de urine recht naar achteren. Vaak trilt de kat bij het sproeien een beetje met de staart. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, sproeien niet alleen de katers. Poezen doen het ook.
Sproeien hoort tot het normale gedrag van katten. Het is in feite communicatie via geuren. Ook wel markeren genoemd. Net als kopjes geven en krabben aan voorwerpen. Katten kunnen aan de geur van de gesproeide urine ‘aflezen’ wie er heeft gesproeid, wanneer dat is gebeurd en het vertelt hen iets over de (emotionele) status van degene die gesproeid heeft. Zo kan een kat in zijn/haar territorium duidelijk maken aan andere katten waar de grenzen van zijn/haar territorium lopen, hoe hij/zij zich voelt, enzovoort.
Het is, na het lezen van bovenstaande uitleg, niet moeilijk te begrijpen dat sproeien meestal gebeurt op plaatsen waar men het huis binnen komt en tegen de binnenkant van buitenmuren of (vooral lage) ramen. Ook voorwerpen die van buiten naar binnen komen (tassen) of nieuwe meubels of andere spullen zijn vaak het doelwit. En gezien het feit dat het een communicatiemiddel is voor katten onderling, is het logisch dat het vaker voorkomt in huishoudens met meerdere katten.
Waarom sproeit mijn kat binnenshuis?
De meeste katten zijn gecastreerd of gesteriliseerd en sproeien niet binnenshuis. Binnenshuis sproeien geeft aan dat de kat zich bedreigd voelt en dat hij nood heeft om zichzelf veiliger te voelen door zich te omgeven door zijn eigen gekende geur. Aangezien sproeien een signaal geeft dat de kat zich bedreigd voelt, zal straffen door de eigenaar het probleem enkel maar versterken. Eigenaars kunnen beter uitzoeken wat de aard is van de bedreiging en daarvoor een oplossing zoeken. De belangrijkste oorzaak is de aanwezigheid binnenshuis of buitenshuis van andere katten. Maar ook een nieuwe baby, elke verandering in de samenstelling van het gezin, verbouwingen in het huis, veranderingen in de dagelijkse routine kunnen sproeien in gang zetten zeker als de kat vooraf al wat angstig was.
1. Een nieuwe kat in huis
Wanneer er een nieuwe kat in huis komt, kan zijn aanwezigheid de reeds aanwezige kat(ten) bedreigen of de bestaande balans tussen de katten in een multi-kat huishouden gaan verstoren. Een lid van de groep kan volwassen worden (vanaf de leeftijd van 18 maand tot 4 jaar) en de andere katten gaan uitdagen. Urine sproeien is in die omstandigheden vaak vergezeld met tekenen van passieve of actieve agressie en intimiderend gedrag dat voor eigenaars vaak moeilijk op te merken is. Om deze complexe situatie op te lossen is het noodzakelijk om conflicten te vermijden en er voor te zorgen dat de katten het huis opnieuw gaan associëren met een veilige plek om te leven. Daarom is het goed om er voor te zorgen dat er voldoende hulpmiddelen zijn om elke competitie te vermijden. Het is aangeraden om een hulpmiddel per kat te voorzien en die te verspreiden in de ruimte.
Het gaat hierbij om voerbakjes, waterbakjes, rust en schuilplaatsen, kattenbakken, krabpalen, speelgoed, etc.
2. Bedreiging door vreemde katten
Katten sproeien vaak in de buurt van het kattenluik om zich zelf veilig te voelen en om hun aanwezigheid kenbaar te maken aan andere katten. Indien je kat gestoord werd omdat een vreemde kat door het kattenluik naar binnen is gekomen, dan kun je het kattenluik blokkeren door aan binnen en buitenkant de deur te barricaderen en je laat je eigen kat zelf binnen en buiten. Een kattenluik die de chip van de kat kan aflezen zal ook verdere invasies van vreemde katten voorkomen. Om je kat buiten te steunen kan je vreemde katten wegjagen. Als de kat zich weer veilig voelt, zal hij minder geneigd zijn om te sproeien.
3. Inrichting van het huis
Een nerveuze of een uitsluitend binnenshuis gehouden kat kan gestoord worden door veranderingen in de inrichting van het huis. Geuren die binnen komen via schoenen kunnen voldoende zijn om een gevoel van onveiligheid te veroorzaken. Inrichten van het huis of vervangen van meubels zal de subtiele geurmarkeringen die de kat (kopmarkeren en krabben) nodig heeft, doen verdwijnen. De sterke geur van nieuwe tapijten, verf of nieuwe meubelen hebben hetzelfde effect. Om dit te voorkomen, kun je het best de kat uit de kamer houden tot die sterke geuren wat zijn vervaagd of tot die vermengd zijn met meer gekende geuren. Je kunt dit proces versnellen door zelf de geur van de kat te gaan verspreiden. Neem daarvoor een zachte doek en wrijf die voorzichtig tegen het gezicht van de kat (daar zijn klieren die instaan voor de productie de individuele geur van de kat). Deze secreties bevatten feromonen die een boodschap van familiariteit en veiligheid direct naar de hersenen van de kat sturen. Wrijf dan in de ruimte waar er problemen zijn, met dat doek tegen de meubelen of muren op de hoogte van de kat en herhaal dit verschillende keren per dag. De kat zal minder geneigd zijn om te gaan sproeien als ze haar eigen geur in de kamer herkent. Feliway® is een synthetisch product met hetzelfde effect. Wanneer je de bank verandert, kun je vooraf plannen om er een gebruikte plaid op te leggen, zodat de geur vertrouwd blijft.
Behandeling van sproeien
Sproeien dient eigenlijk altijd puur als een gedragsprobleem behandeld te worden. Sproeiende katten kunnen wel degelijk ook medische problemen hebben zoals een blaasontsteking, maar vooralsnog moeten we ervan uitgaan dat dergelijke medische problemen geen invloed hebben op de sproeiproblemen.
Castratie is helaas geen garantie tegen sproeigedrag. Een niet gecastreerde kater zal vaker sproeien dan een gecastreerde kater, maar toch sproeit ook nog 10% van de gecastreerde katers. Van de poezen, ook de gecastreerde, sproeit ongeveer 5%.
Een kater die u op een later moment als dekkater wil gaan gebruiken, kan ook door middel van een injectie tijdelijk chemisch gecastreerd worden om sproeien tegen te gaan. Er is inmiddels ook een nieuw middel op de markt: het is een staafje dat onderhuids aangebracht wordt, waaruit langdurige een hormoon vrijkomt dat een ‘castrerende’ werking heeft. Het is echter een diergeneesmiddel wat op de markt gebracht is voor honden en hoewel ook te gebruiken bij katers, is het nog niet duidelijk hoe lang het effect aanhoudt bij katten. Een risico dus, om te gebruiken voor een aanstaande dekkater.
Hoe meer katten u in een beperkte leefruimte houdt, hoe groter de kans is op sproeien. Het is belangrijk dat er in een huishouden waar meerdere katten wonen voldoende mogelijkheden zijn voor de katten om een eigen plek te zoeken. Een kat moet zich veilig voelen in zijn eigen omgeving. Zorg voor hoog gelegen slaapplaatsen, of mandjes of dozen waar de kat in kan liggen. Vermijd indien mogelijk zoveel mogelijk zicht op vreemde katten die rondom het huis en buiten in de tuin lopen.
Maak de plekken waar uw kat gesproeid heeft schoon met geur-neutrale schoonmaakmiddelen, die in staat zijn eiwitten af te breken zoals UF 2000 van Ecodor®. Sommige deskundigen adviseren ook wel Biotex® groen, of groene zeep. Gebruik in ieder geval vooral geen middelen met sterke geurtjes, want dat lijkt voor de kat net alsof u over zijn/haar geur heen gesproeid heeft. Dit stimuleert alleen maar het opnieuw sproeien op die plek.
Zet de voerbakjes neer op de plek waar de kat gesproeid heeft.
Wrijf met een wattenbolletje langs de zijkant van de snuit van de kat (op de plek waar de kat mee langs uw benen strijkt als hij/zij een kopje geeft) en leg dit op de plek waar de kat gesproeid heeft.
U markeert hiermee deze plek met een geur (feromoon), die geruststellend werkt voor de kat. Het zegt op een positieve manier: dit is van mij.
Er zijn ook synthetische feromonen (Feliway®) die bovenstaand effect hebben. Deze zijn te verkrijgen in de vorm van een spray of een verdamper voor in het stopcontact. Bij sproeiproblemen kunt u het beste de spray gebruiken op de plek waar de kat gesproeid heeft (eerst schoonmaken).
In geval van Multi kat huishoudens kan het soms noodzakelijk zijn de kat te herplaatsen in een huis zonder andere katten.
Buiten de bak plassen (en poepen)
Er zijn katten die, in plaats van op de kattenbak, ergens in huis plassen (en soms ook poepen). Onzindelijk gedrag dus. De kat zit hierbij dus in de gewone plashouding en plast op een horizontaal oppervlak. Onzindelijkheid bij de kat is helaas niet zelden de reden voor een katteneigenaar om de kat te herplaatsen, naar het asiel te doen of zelfs de dierenarts te vragen om de kat euthanaseren. Gelukkig zullen de meeste dierenartsen niet aan dit verzoek voldoen, maar een oplossing proberen te vinden voor het probleem. Dit vergt echter veel geduld (vooral voor de eigenaar van de kat) en een systematische aanpak. Er zijn namelijk verschillende oorzaken mogelijk voor dit ongewenste gedrag. De oplossing begint dan ook, bij het vinden en (indien mogelijk) elimineren van de oorzaak voor de onzindelijkheid. Lukt dat niet, dan is de kans van slagen nihil.
We zullen de verschillende oorzaken stuk voor stuk langslopen en mogelijke oplossingen bespreken.
1. Medische problemen
Hierbij moet worden gedacht aan urinewegproblemen (blaasontsteking, blaasstenen, blaasgruis), nierfalen of suikerziekte. Vooral blaasgruis en blaasontsteking zijn belangrijke redenen voor buiten de bak plassen. De kat heeft namelijk pijn bij het plassen en gaat deze pijn associëren met de kattenbak. Daarom gaan ze dan op zoek naar een andere plaats om te plassen.
Dergelijke medische problemen moeten altijd als eerste onderzocht worden bij onzindelijkheid in verband met de consequenties voor de algemene gezondheid van de kat. Bovendien zijn door relatief simpele urine- en/of bloedonderzoeken bovenstaande problemen op objectieve wijze uit te sluiten.
Laat uw kat bij onzindelijk gedrag dus eerst door uw dierenarts onderzoeken en neem meteen een urinemonster mee (vraag aan de assistente hulpmiddelen om urine te verzamelen).
2. De locatie van de kattenbak
De kattenbak moet op de juiste plaats staan. Katten zijn gevoelige wezens. Houd daarom rekening met de volgende criteria:
- Zet de kattenbak niet in de directe nabijheid van het eten en drinken: katten houden er niet van om hun behoefte te doen vlakbij de plek waar ze eten of drinken.
- Zet de kattenbak niet op een lawaaiige plaats, bijvoorbeeld naast de wasmachine, vaatwasser of geiser. Maar ook een plaats waar de kat kan schrikken van geluiden van buitenaf, of waar hij katten die buiten lopen kan zien, of waar vaak mensen langslopen is een slechte keus. De kat kan zich hierdoor slecht op zijn gemak, ja zelfs bedreigd, voelen.
- Zorg er tevens voor dat de plaats waar de kattenbak staat de gehele dag onvoorwaardelijk bereikbaar is voor de kat.
Kijk dus eens kritisch naar de plaats van de kattenbak, probeer daarbij te bedenken dat een kat geen logische verklaringen kan bedenken voor plotselinge geluiden en dat een kat zich zeer kwetsbaar voelt terwijl hij zijn/haar behoefte doet. Een kat begraaft niet voor niets de urine en ontlasting die hij/zij achterlaat!
Als u de kattenbak recentelijk verplaatst heeft en het in huis plassen is daarna begonnen, zet de bak dan weer terug op de oude plaats.
3. Kattenbakstrooisel
Het kan zijn dat de geur, de structuur of het stuiven van het strooisel in de kattenbak de kat niet bevalt. Een kat wil lekker kunnen graven in de kattenbak om zijn/haar ontlasting en urine te kunnen verbergen zonder daarbij direct in een wolk stof te zitten of de poten te bezeren.
Veel katten hebben vaak een hekel aan wat wij lekkere geurtjes vinden, bedenk dat ze deze luchtjes ongeveer 100 x beter waarnemen dan wij!
Probeer eens een ander soort strooisel. Neem bij voorkeur strooisel zonder toegevoegde geurtjes, wat niet teveel stuift.
Maar wissel zeker niet in korte tijd te vaak van strooisel, de kat moet wel de tijd krijgen om aan een bepaald type strooisel te wennen!! En als een kat eenmaal gewend is aan een bepaald soort strooisel, ga dan niet ineens de aanbieding van de locale dierenwinkel gebruiken. Dat is vragen om problemen.
4. Hygiëne van de kattenbak
Zoals gezegd ruiken katten veel beter dan wij en ze staan ook nog eens veel dichter met hun neus op de kattenbak dan wij. Met andere woorden: op het moment dat wij de kattenbak vinden stinken is het al veel te laat. De kat gaat een schonere plaats zoeken om zijn/haar behoefte te doen, waar het niet ruikt naar urine en ontlasting.
Verwijder dagelijks urine en ontlasting uit de kattenbak. Gebruik eventueel klomp vormend strooisel om de klus gemakkelijker te maken. Minimaal 1 x per week de kattenbak volledig verschonen. Soda is een ideaal middel om de kattenbak mee uit te spoelen.
5. Het aantal kattenbakken
Een natuurlijk gedrag van katten is, dat ze niet plassen en poepen op één plek. Ze plassen op de ene plek en poepen elders. Zeker voor katten die niet buiten komen, is het dus van belang om minimaal twee kattenbakken te hebben. Het aantal kattenbakken moet aangepast zijn aan het aantal katten in huis.
Plaats voldoende kattenbakken in huis. De algemene richtlijn is minimaal 1 kattenbak per kat plus 1 extra. Dus bij 4 katten in huis, moet u minimaal 5 kattenbakken plaatsen! Plaats de kattenbakken goed verspreid over de verschillende ruimten van het huis.
6. Model van de kattenbak
Zorg ervoor dat de kattenbak niet te klein is, zodat de kat zich er makkelijk in kan omdraaien. Voor kittens en oudere katten moet de instap niet te hoog zijn.
Sommige katten hebben liever een afgesloten kattenbak, andere juist een open. Hoewel de indruk bestaat dat de meeste katten een open kattenbak prefereren, omdat de luchtjes van urine en ontlasting daar veel minder in blijven hangen.
Haal bij een gesloten kattenbak het deksel er eens af (of probeer juist eens een gesloten bak). Probeer eens waar te nemen of uw kat moeite heeft om in de bak te komen en of hij/zij er voldoende bewegingsvrijheid in heeft.
7. Aangeleerd gedrag
Zodra plassen buiten de bak voor de kat prettiger is geworden dan het plassen op de bak, is het van belang dat u zich realiseert dat dit een vorm van aangeleerd gedrag is. De kat is op een of andere manier beloond voor het plassen op die (voor u) ongewenste plaats. Enerzijds dus reden om met bepaalde maatregelen het plassen op die plek juist onaangenaam te maken, anderzijds ook een gegeven waar gebruik van gemaakt kan worden.
Probeer te vermijden dat de kat nog op die bepaalde plaats kan komen. Als de plek niet ongeschikt is voor de kattenbak zet dan juist daar de kattenbak neer (of er vlakbij). Verwijder datgene waarop geplast of gepoept is (kleedjes, deurmatten) en leg het pas weer terug als de kat het weer geruime tijd op de bak doet. Gebruik een geur-neutraal schoonmaakmiddel om de plaatsen waar de kat heeft geplast schoon te maken. Leg plastic of aluminiumfolie neer op de plaatsen waar de kat poept of plast, katten houden er niet van om daar op te lopen.
Beloon de kat, bijvoorbeeld door hem/haar iets lekkers te geven, als de kat zijn/haar behoeften op de kattenbak doet.
8. Niet straffen
Een kat straffen omdat hij/zij in huis heeft geplast of gepoept door hem/haar met de neus door ‘het ongelukje’ heen te halen heeft absoluut geen zin. Het is een zeer begrijpelijke en menselijke reactie, maar het werkt absoluut averechts. Ook de kat met geweld in de kattenbak stoppen is verkeerd. De kat gaat op die manier de kattenbak met straf associëren en daardoor de bak alleen nog maar meer mijden.
Probeer het probleem met geduld op te lossen, hoe begrijpelijk het ook moge zijn dat u boos wordt als de kat voor de zoveelste keer plast op een voor u onacceptabele plaats.
9. Herconditionering
Bij elke therapie kan het zinvol zijn om de kat tijdelijk (gedurende 3-6 weken) op te sluiten. Dit voorkomt verder aanleren van ongewenst gedrag en de kat heeft een rustige en veilige plaats, waarmee verdere stress wordt vermeden.
Zet de kat in een klein kamertje of een grote bench. Aan de ene kant van de ruimte plaatst u dan de kattenbak en aan de andere kant het eten en drinken. Gebruikt de kat de bak weer, dan kunt u hem/haar stap voor stap weer meer ruimte in huis gaan geven.
10. Stress, angst en territoriumstrijd
Als er meerdere katten in huis zijn, dan kan het zijn dat één van de katten niet op de bak durft omdat hij (dan) door een andere kat op zijn kop gezeten wordt. Ook als de kat vanuit de kattenbak zicht heeft op katten die buiten rondlopen kan dat als zeer bedreigend ervaren worden, waardoor de kat die plek gaat mijden. Het kan zijn dat de kat te weinig eigen territorium heeft in huis. Vooral als er meerdere katers in huis gehouden worden kan dit dergelijke problemen met zich meebrengen. Een verhuizing of verbouwing levert natuurlijk voor veel katten behoorlijk wat stress op, maar ook een simpele verandering in de dagelijkse routine of een verandering in de gezinssamenstelling kan de kat bang of onzeker maken.
Zorg ervoor dat er niet teveel katten in een relatief kleine ruimte gehouden worden en zeker niet teveel katers.
Zorg ervoor dat er geen vreemde katten in huis kunnen komen. Probeer de oorzaak van de stress weg te nemen of de kat eraan te laten wennen. Zoek uit waar de kat het liefste ligt en geef hem/haar daar een eigen plekje. Zet daar in de buurt ook een kattenbak. Zorg ervoor dat iedere kat in huis een eigen plekje heeft. Vooral bij deze problemen kan een homeopathisch middel behulpzaam zijn!
Homeopathie ( m.m.v. van A Westerhuis, homeopaat)
Op het gebied van de homeopathie zijn er voor sproeiende of in huis plassende katten ook een aantal mogelijkheden. Van essentieel belang is, dat we een nauwkeurige analyse maken van de emotionele beweegredenen van de ‘sproeier’ of plassende kat. Zonder die diagnose lukt het in ieder geval niet. Er zijn talloze mogelijkheden, die hier niet allemaal besproken kunnen worden. Ik noem slechts enkele voorbeelden ter illustratie:
1. Stramonium
Veel sproei- of plaskatten passen bij het beeld van Stramonium. De rode draad door het bij Stramonium passende beeld is vrij goed te herkennen: het dier is onzeker over zijn veiligheid, ervaart zijn overigens vertrouwde omgeving als bedreigend. Aanleiding tot deze onzekerheid kan zijn: verhuizing, verbouwing, pension- of asielverblijf, verlies van een geliefd persoon of dier, operatie of andere traumatische ervaring. Kortom alles wat het vertrouwde leventje ontregelt, terwijl er sprake is van een verminderd inschattingsvermogen. Vaak zien we bijvoorbeeld bij Stramonium katten, dat tijdens het springen het inschattingsvermogen faalt.
Als reactie op de onzekerheid en het gevoel van onveiligheid kan de kat gaan sproeien of plassen in huis. Vooral sproeien tegen de ramen, deuren, gordijnen e.d., of als er dreiging van buitenaf is, zoals bij verhuizing of een nieuwe dominante buurkater. Sproeien tegen of plassen op pas aangeschafte glinsterende zaken of de kleren van een nieuwe huisgenoot. De kat is dikwijls onzeker buiten en gaat ook niet graag naar buiten.
Het kan zijn, dat na een verhuizing de eerste 3 maanden nog niet gesproeid wordt. Bij een te grote onzekerheid toont het dier een onderdanig gedrag en durft niet te sproeien. Dat geldt ook voor de bij het middel passende agressie. Op de behandeltafel zal het dier hoogstens een beetje blazen; verder is het zo mak als een lam. De agressie, die bij het middel past is plotseling, onverwacht en zeer heftig (aanvallen), zonder enige waarschuwing. Fel en gevaarlijk. Terwijl de kat overigens heel aanhankelijk is. Onder het motto: ‘de eerste klap is een daalder waard’.
Stramonium katten miauwen veel, vooral ’s nachts in het donker. Ze zijn vaak bang voor spiegelende oppervlakken, zoals grote ramen.
Voorbeelden van Stramonium sproeiers/plassers:
Een kat sproeide alleen in het benedenhuis tot halverwege de trap naar boven; nooit boven. Oorzaak: was beneden tot halverwege de trap nagezeten door een vreemde hond.
Een kat sproeide alleen tegen de ramen van de voorkamer en de voordeur. Oorzaak: drukke weg voor het huis.
Een kat plaste alleen op 1 zitting van een driezitsbank. Oorzaak: die ene zitting was de vaste plek van de heer des huizes, die zijn afkeer voor de kat op geen enkele manier onder stoelen of banken stak.
2. Platinum metallicum
De kat die bij Platinum metallicum past is het tegenovergestelde van de Stramonium kat. Platinum is zeer zelfbewust, zeker van zich zelf, hooghartig, trots, dominant, maar toont geen enkele agressie (behalve naar kittens, die kan hij vrij hard corrigeren). Regelt zaken alleen met zijn aanwezigheid, regeert met zijn ogen. Heeft geen agressie nodig om aan de top te staan. Eist duidelijk de aandacht op van de eigenaar, maar ook van het bezoek. Eenmaal in de behandelkamer komt de Platinum kat zelf uit z’n mand, maakt zich hoog en stapt weloverwogen door de spreekkamer, hier en daar wat vriendelijkheid opeisend van dierenarts, assistente en eigenaar. Als er iets is, dat hem niet zint, kan hij dat zeer nadrukkelijk tonen door sproeien.
Voorbeeld van een Platinum sproeier:
Een kat sproeide op een en dezelfde plek. Telkens weer. Oorzaak: De hond, die als laatste in het huisgezin gekomen was mocht in de huiskamer, hij niet.
3. Sepia
Het Sepia-type is een “krengetje”. Reageert vaak geïrriteerd, ook naar mensen en dieren, die altijd maar weer lief en geduldig zijn, voortdurende haar nukken goed praten. Niks is goed. Geen angst. Blijf van mijn lijf type.
Voorbeeld van een Sepia sproeier:
Een kat sproeide tegen het venster van de buurvrouw. Ze stond op van haar ligplaats, liep naar buiten, naar het huis van de buurvrouw, loerde door het raam naar binnen en als de buurvrouw binnen was, draaide ze zich om en sproeide met geweld tegen de ramen. Oorzaak: de buurvrouw had haar eens met een plens water verjaagd
4. Lachesis
Lachesis wordt gemaakt van slangengif. Het meeste kenmerkende van Lachesis is ruzie zoeken. Het lijkt op agressieve jaloezie. Als een andere kat wordt aangehaald, valt de Lachesis kat aan. Steeds maar weer mouwen opstropen en ruzie maken. Agressieve jaloezie, net als bij mensen en honden. Met een achterbakse (‘sneaky’) ondertoon. Opvallend is dat de Lachesis kat zelf niet sproeit of plast, maar zijn slachtoffer. In zo’n geval moet niet de sproei- of plaskat, het slachtoffer dus, behandeld worden, maar zijn belager. Vaak verdwijnt dat agressieve gedrag en houdt de andere kat spontaan op met sproeien of plassen.
Voorbeeld van een Lachesis plasser:
Een kat moest de hele dag op zijn hoede zijn. Hij liep de hele dag schichtig door het huis. Telkens weer werd hij belaagd door een kater / huisgenoot. Oorzaak: jaloezie.
5. Nux vomica
Nux vomica is een typisch stress middel. Het past bij de kat die snel angstig is. Bijvoorbeeld voor harde geluiden, of vreemde situaties. Of bij angst na een traumatische ervaring. De Nux vomica kat is overgevoelig voor geluiden en een beetje prikkelbaar (hoewel niet zo nukkig als Sepia). Ook ongeduldig gedrag past bij deze katten.
Voorbeeld van een Nux vomica plasser:
Na de geboorte van de baby gedroeg de kat zich nerveus en ongedurig. Vooral als de baby lag te huilen. Vanaf dat moment begon de kat ook te plassen in huis.
Dosering:
Als potentie kiezen we (meestal) voor een D30. De dosering van de genoemde middelen is bij die potentie 1 x daags 2 granules. De kuur moet 12 weken gegeven worden. Binnen 3 – 6 weken moet de verbetering minstens 80% zijn. Anders heeft het geen zin er langer mee door te gaan. Soms is het nodig om samen met uw homeopathisch werkende dierenarts meerdere middelen te proberen. Het is dan ook van groot belang om het effect van een middel samen met uw dierenarts te evalueren, om samen de behandeling te kunnen bijsturen. Dit vraagt een goed waarnemingsvermogen van u als katteneigenaar en, nogmaals, geduld.
Tot slot
Sproeien en plassen zijn in theorie twee heel verschillende gedragingen, met verschillende oorzaken. In de praktijk liggen de zaken natuurlijk wel iets minder zwart/wit. Er zijn namelijk wel aanwijzingen, dat katten ook kunnen markeren door kleine plasjes in huis te doen (in de normale plashouding en normale urine zonder kenmerken van een ontsteking). Om de problemen systematisch te kunnen aanpakken, is het echter van belang om toch zo goed mogelijk onderscheid te maken tussen plassen in huis en sproeien.
Het belangrijkste is natuurlijk altijd om de oorzaak van het gedragsprobleem in kaart te brengen. In de homeopathie zien we dat mooi geïllustreerd. We proberen zo scherp mogelijk de oorzaak vast te stellen, kijken naar het totale karakter en gedrag van de kat en kiezen op grond van deze kenmerken het best passende homeopathische middel. Bij de andere besproken oplossingsstrategieën moet echter duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen plassen en sproeien: feromonen hebben wel nut bij sproeigedrag, maar in de meeste gevallen niet bij onzindelijk gedrag. Een extra kattenbak plaatsen heeft wel nut bij onzindelijk gedrag, maar niet bij sproeien.
Literatuur
- Askew, H.R.: Treatment of behaviour problems in dogs and cats, 1996 Beaver, B.V.: Feline behaviour: A guide for veterinarians, 1992
- Endenburg, N.: Sproeien en onzindelijkheid, de verschillen en overeenkomsten, proceedings Najaarsdag, 2007 Endenburg, N.: Help, mijn kat doet ‘het’ naast de bak, 2000
- Frank, D.F., Erb, H.N. en Houpt, K.A.: Urine spraying in cats: presence of concurrent disease and effects of a pheromone treatment. Applied Animal Behaviour Science, 61(3), 263-272, 1999
- Marder, A.R. en Engel, J.M.: Long-term outcome after treatment of feline inappropriate elimination. Journal of applied animal welfare science, 5(4), 299-308, 2002
- O’Farrel, V. en Neville, P.: Manual of Feline Behaviour, BSAVA, 1994
- Turner, D.C. en Bateson, P.: The domestic cat: the biology of its behaviour, 2000