Coprofagie bij de hond
Dat sommige honden poep eten, is algemeen bekend. Maar waarom doen ze dit? Waar komt dit ongewenste gedrag vandaan?
Het departement Dierwetenschappen van de Wageningen Universiteit startte een paar jaar geleden een onderzoek naar het eten van poep (coprofagie) onder honden. ´Om probleemgedrag succesvol op te lossen, moet je eerst weten wat mogelijke oorzaken kunnen zijn´, stelt onderzoekster en etholoog Joanne van der Borg. ´Honden kunnen om verschillende redenen poep eten. Toch zie je dat veel deskundigen geneigd zijn om direct oplossingen aan te dragen, zonder eerst een diagnose te stellen. Ik pleit voor een diagnosegerichte aanpak; eerst achterhalen wat de oorzaak van het gedrag is en vervolgens dáár de oplossing bij zoeken.´ Omvangrijke onderzoeksgroep van maar liefst 2.690 hondeneigenaren hebben gehoor gegeven aan de oproep in diverse kynologische magazines en websites om de vragenlijst in te vullen.
´Een grote onderzoeksgroep is belangrijk voor de representativiteit van de onderzoeksuitkomsten – vooral bij probleemgedrag waarover bijna niets bekend is en dat ook nog eens in verschillende vormen voorkomt.
Coprofagie onder jonge honden
Het onderzoek heeft ook duidelijk gemaakt dat coprofagie vaker voorkomt onder jonge honden. Is daar een verklaring voor gevonden? ´Nog niet, hiervoor is meer onderzoek nodig. Op basis van dit onderzoek kun je wel voorzichtig stellen dat coprofagie – en dan met name autocoprofagie – vaker voorkomt onder jonge honden dan onder oudere. Je moet natuurlijk niet vergeten dat pups altijd alles in hun bek nemen, dat is hun manier van de wereld ontdekken. Mijn advies is altijd: zorg er voor dat je pup niet de kans krijgt om zijn poep op te eten. Heeft hij zijn behoefte gedaan, leidt hem af en loop meteen door. Loop desnoods later maar terug om zijn behoefte netjes op te ruimen. Het is zo belangrijk dat een pup niet de kans krijgt om dit gedrag te ontwikkelen, want eenmaal aangeleerd…´
Lichamelijke oorzaken
Hoewel coprofagie meestal direct als probleemgedrag wordt bestempeld, blijkt in de praktijk dat in een enkel geval het gedrag een lichamelijke oorzaak heeft. ´Daarom vind ik het zo belangrijk dat er eerst een goede diagnose wordt gesteld´, benadrukt Van der Borg nogmaals. ´Zo ken ik een voorbeeld van een Dalmatiër die poep van andere honden at. Nadat hij door een dierenarts was onderzocht en ontdekt was dat hij problemen had aan zijn alvleesklier en de hond hiervoor werd behandeld, hield hij op met het eten van hondenpoep. We moeten hier nog verder onderzoek naar doen, maar het lijkt alsof er een relatie bestaat tussen lever- en alvleesklierproblemen en coprofagie. Behalve lever- en alvleesklierproblemen lijkt een tekort aan thiamine – ofwel vitamine B1 – ook een aanleiding voor honden te zijn om poep te gaan eten. Dat heeft onderzoek onder een groep Beagles in Amerika jaren gelden al aangetoond. In het vervolgtraject van dit onderzoek willen we verder onderzoeken doen naar de relatie tussen lichamelijke afwijkingen en coprofagie.´
Resultaten van het onderzoek op een rijtje:
Het eten van poep van andere dierensoorten blijkt de meest voorkomende vorm van coprofagie. In het onderzoek is onderscheid gemaakt in drie vormen van coprofagie:
- Autocoprofagie: honden die hun eigen poep eten
- Allocoprofagie: honden die poep van andere honden eten
- Interspecifieke coprofagie: honden die poep eten van andere diersoorten (bijvoorbeeld poep van paarden, katten of konijnen).
Opvallend is dat slechts een kleine groep van de onderzoeksgroep (165 van de 2.690 honden) helemaal geen poep eet. Er wordt rekening mee gehouden dat dit komt doordat juist baasjes van poepetende honden zich betrokken voelen bij dit onderwerp en dus gehoor hebben gegeven aan de oproep om de vragenlijst in te vullen.
Bijna de helft van de poepetende honden laat slechts één vorm van coprofagie zien, waarvan het eten van poep van andere diersoorten met 85% duidelijk de meest voorkomende vorm is, gevolgd door 9% die alleen poep van andere honden eet en 6% die alleen zijn eigen poep eet. Ongeveer een derde van alle honden vertoont een combinatie van twee vormen, waarvan de combinatie van het eten van poep van andere diersoorten en het eten van poep van andere honden het meest voorkomt (27,8%). Er is slechts een kleine groep (11,6%) die alle drie de vormen vertoont.
Risicofactoren
Uit de voorlopige onderzoeksresultaten valt op te maken dat er een aantal factoren* zijn die een verhoogd risico geven op het vertonen van één of meerdere vormen van coprofagie.
- Leeftijd: van de honden die alleen hun eigen poep opeten, blijkt meer dan de helft jonger dan 1 jaar te zijn. Dit aandeel is bij de andere twee vormen slechts 15%;
- 3 maaltijden per dag: het krijgen van 3 maaltijden per dag lijkt ook een risicofactor te zijn die aanduidt dat het eten van eigen poep vooral onder jonge honden voorkomt;
- Geslacht: binnen de onderzoeksgroep komt het eten van poep vaker voor onder teven dan onder reuen;
- Chronische stress: het eten van eigen poep lijkt vaker voor te komen onder honden die lijden aan chronische stress;
- Eetgedrag: honden die gecastreerd zijn lijken vaker poep van andere honden te eten (eerder onderzoek heeft aangetoond dat deze honden meer honger hebben), maar ook honden met een gulzige eet stijl, honden die etensresten of afval en/of oneetbare voorwerpen eten, lijken vaker poep van andere honden te eten;
- Ras: opvallend is dat honden uit de FCI groep 8 (spaniëls, retrievers en waterhonden) relatief vaker poep eten van ander honden dan overige rassen en stamboomloze honden. Hier wordt nog verder onderzoek naar
* Bij het achterhalen van de risicofactoren is alleen gekeken naar de groep honden die uitsluitend één vorm van coprofagie vertoont.
Met dank aan: Cindy Schwering, departement Dierwetenschappen, Wageningen Universiteit.