Allergie bij de hond
Honden die last hebben van jeuk krabben en schuren hun huid kapot mits de jeukdrempel wordt overschreden. Hierdoor wordt de huid kwetsbaar voor huidinfecties (bacteriën en/of schimmels). Om het probleem op te kunnen lossen is het belangrijk om de oorzaak op te sporen. Eén van de meest voorkomende oorzaken van jeuk is allergie. Allergie bij hond kan opgesplitst worden in 4 grote groepen: vlooien-, voedings- en contactallergie en atopie.
Jeukdrempel
De opbouw van de jeukdrempel-kolom is per dier verschillend. De kolom is opgebouwd uit verschillende oorzaken. De belangrijkste die wij tot dusverre weten zijn:
- voeding
- parasieten (met name de vlo)
- atopie (allergie voor omgevingsstoffen zoals huisstofmijt)
- infectie (bacterieel of door gisten)
- stress en droge huid
In de tabel is de zwarte horizontale lijn de drempel van “jeuk”. Boven de lijn heeft het dier jeuk en eronder niet.
Bijvoorbeeld: de rode allergiekolom komt boven de jeukgrens uit en deze honden zullen jeuk hebben i.t.t. de groene allergiekolom: deze honden zijn wel “allergisch” voor bepaalde zaken, maar te weinig om boven de jeukgrens uit te komen en dus geen jeuk.
Door te werken aan de allergenen (een enkele of meerder) kan je dus de jeukprikkel van desbetreffend allergeen wegnemen in de hoop dat de jeukdrempel niet overschreden wordt en dus het dier geen jeuk heeft.
Echter vooraf weet je nooit welke allergenen mee spelen en is het dus zoeken, onderzoeken, afstrepen etc.: vaak letterlijk en figuurlijk het afstrepen van een lijst met waarschijnlijkheidsdiagnoses. Dit is niet eenvoudig en kan lang duren.
Onderzoek, controles en herhalen van het onderzoek zijn dus noodzaak.
In de tabel zie je de mogelijke opbouw van de allergie kolommen: deze kan dus opgebouwd zijn uit diverse “allergie factoren” en in verschillende mate (wisselend per dier). Zo bestaat de meest linker kolom uit alleen atopie problematiek en wordt de jeukdrempel niet overschreden i.t.t. kolom 3 en 4, die beiden weer uit verschillende “allergiefactoren” bestaan en dan ook nog eens in verschillende hoeveelheid, maar die in totaal ruimschoots boven de jeukdrempel uitkomen.
Doordat de opbouw van de kolom per dier individueel is, kan het resultaat van een behandeling verschillen.
Vlooienallergie
Heel typisch voor deze vorm van allergie is de locatie van de jeuk. Meestal is het een zeer heftige jeuk ter hoogte van het achterste deel van de rug tot boven de staart. De jeuk gaat gepaard met haaruitval/kaalheid en vaak ontstekingen. Een goede vlooienbestrijding bij alle dieren thuis en de omgeving is zeer belangrijk. Er zijn verschillende opties zoals pipetten, tabletten en banden in combinatie met een omgevingsspray.
Alopecie (kaalheid) ten gevolge van krabben en bijten, typische lokalisatie ter hoogte van het achterste gedeelte van de rug
Voedselallergie
Honden kunnen uitsluitend last hebben van terugkerende oorontstekingen of in combinatie met jeuk over het hele lichaam. Het stellen van een diagnose is niet altijd gemakkelijk. Het dier moet gedurende 6-8 weken op een speciaal dieet. Het dieet bestaat uit een eiwitbron die het dier nog nooit eerder heeft gegeten zoals hert of paard. Hiervoor bestaat er commercieel verkrijgbare voeding of kan de eigenaar kiezen om het voer zelf te bereiden. Er kan ook gekozen worden voor brokken; hypoallergeen. In deze voeding zijn alle eiwitten zo klein gemaakt dat het dier hier niet meer op reageert. Tijdens de voedseltest met het speciale dieet kan er medicatie (Apoquel®) gegeven worden om de jeuk te onderdrukken. Om te bewijzen dat het daadwerkelijk om een voedselallergie gaat moet het speciale dieet gegeven worden tot alle klachten weg zijn en daarna wordt het oude voer weer gegeven. Indien de klachten terug komen is bewezen dat het om een voedselallergie gaat. Deze vorm van allergie zien we vaak op jongen leeftijd.
Contactallergie
Deze vorm van allergie komt weinig voor. Het gaat vrijwel altijd om de onbehaarde delen van het lichaam en is er een rode huid zichtbaar. Vaak is er een duidelijk onderscheid tussen de normale en rode huid. Voor deze patiënten is het belangrijk om er achter te komen voor welke stof het dier allergisch is om contact te kunnen vermijden.
Rode huid ter hoogte van de neusrug en de buik
Atopie
Dit is een allergie voor omgevingsstoffen zoals huidstofmijt en graspollen. De dieren hebben vaak jeuk aan de poten (tussen de tenen en zoolkussens), terugkerende oorontsteking en/of last van de anaalklieren. Net als bij de voedingsallergie kan een terugkerende oorontsteking het enige symptoom zijn. Ook kunnen ze jeuk hebben bij de hakken en/of ellebogen en de kop. Deze vorm van allergie begint meestal op een leeftijd van 1,5-2 jaar. Regelmatig zien we een seizoensgebonden invloed. In het voorjaar komen de symptomen op en elk jaar kan het weer heftiger zijn dan het jaar ervoor.
Jeuk tussen de tenen en zoolkussentjes, de ellebogen en ter hoogte van de kop
Aan de hand van de symptomen kan de dierenarts een waarschijnlijkheidsdiagnose stellen. Het is belangrijk om eerst een voedselallergie uit te sluiten. Om de diagnose te bevestigen kan er een intradermale (huid) test of een bloedtest worden gedaan. De huidtest wordt beschouwd als een meer gevoelige test, maar de bloedtest is zeer uitgebreid en minder belastend voor het dier.
Wij maken gebruik van de Artuvetrin® Serum Test. Er wordt bloed afgenomen en opgestuurd naar het laboratorium. Daar wordt het getest voor de aanwezigheid van antistoffen tegen een groot aantal allergenen (oorzakelijke stoffen). Als er bekend is voor welke stoffen het dier allergisch is kan een behandeling gestart worden; hyposensibilisatie. Bij deze behandeling wordt de patiënt volgens een opbouwend schema onderhuids geïnjecteerd met een kleine hoeveelheid van de stoffen waarvoor hij/zij allergisch is. Op deze manier leert het immuunstelsel om niet meer op deze stoffen te reageren. De therapie heeft enige tijd nodig voordat het werkt en in de tussentijd kan er (net als bij de voedselallergie) medicatie (Apoquel®, Cytopoint®) gegeven worden om de jeuk te onderdrukken. Deze vorm van therapie is in 75% van de gevallen succesvol. Er kan pas besloten worden dat de therapie niet werkt na een behandeling van 9 maanden. Indien de therapie succesvol is kan na een langdurige behandeling (minimaal 2,5 jaar) geprobeerd worden of de patiënt zonder de injecties kan. Sommige patiënten hebben de therapie levenslang nodig.
Het kan gebeuren dat de test “negatief” is. Het kan dus zijn dat het dier niet allergisch of allergisch is voor een andere stof dan waarvoor getest is. Bij deze patiënten kunnen we medicatie geven (Apoquel®, Cytopoint®, Atopica®, Prednisolone) om de symptomen tegen te gaan.
Links de uitslag van een Artuvetrin-test waarbij alle rode balken staan voor allergenen waarvoor deze patient gevoelig is en rechts het doseringsschema voor de Artuvetrin-therapie