FeLV bij de kat
Ongeveer 30% van alle zwerfkatten in Amerika is besmet met FeLV. Ook dichter bij Nederland komt de ziekte veel voor. Door een succesvol zwerfdierenbeleid en goede diergeneeskundige zorg, komen de virussen FIV en FeLV in Nederland relatief weinig voor.
Het blijft belangrijk om dieren te testen op deze dodelijke virussen. De kans dat dieren besmet worden moeten we zo klein mogelijk houden.
FeLV is een virusziekte met vaak een dodelijke afloop. Het virus kan leukemie veroorzaken, maar tast daarnaast ook het immuunsysteem aan, waardoor katten vatbaar worden voor secundaire infectie. Het ziektebeeld ontstaat dan ook vaak ten gevolge van deze secundaire (bijkomende) infecties.
Net als FIV is FeLV overdraagbaar via bloed-bloedcontact en speeksel-bloedcontact. Daarnaast echter ook via urine en ontlasting. Echter de grootste overdracht vindt plaats in dit geval via speeksel. Na infectie vermeerdert het virus zich in de keelamandelen waarna het zich verspreid naar het beenmerg en de lymfe. Het virus komt in het bloed en wordt daarmee ook aantoonbaar door bloedtesten. Uiteindelijk infecteert het virus de speekselklieren en zal de kat het virus met name overdragen door intensief sociaal contact met andere katten (elkaar wassen, eten/drinken uit dezelfde bakjes). Ook gebruik van dezelfde kattenbak is in dit geval niet zonder risico.
Niet alle katten die geïnfecteerd raken worden ziek van FeLV. Gezonde en sterke katten met een goed immuunsysteem kunnen het virus bestrijden en overwinnen (binnen 3-4 maanden). Zij worden er niet ziek van en scheiden het virus ook niet uit.
Katten met verminderde weerstand kunnen het virus niet bestrijden en worden uiteindelijk ziek. Ziekteverschijnselen zullen in de loop van maanden tot zelfs jaren ontstaan. In de tussentijd scheidt de kat echter het virus wel uit en kan hij dus andere katten besmetten.
Kittens zullen vrijwel altijd ziek worden na infectie. Bij volwassen katten ligt dit percentage rond 10-20%.
De ziekteverschijnselen die ontstaan zijn vaak het gevolg van secundaire infecties (door verminderde weerstand) en zijn dus niet specifiek. Ze kunnen variëren van:
- tumoren (veroorzaakt door het virus zelf): vaak maligne lymfoom, leukemie, tumoren van lever/milt/nieren en buikvlies
- bloedarmoede (door minder functioneren van het beenmerg, dus verminderde aanmaak van rode bloedcellen)
- vermageren
- benauwdheid
- koorts
- ontsteking van mondslijmvlies
- oogontsteking
- anorexie
- abortus
- verlammingsverschijnselen
- etc.
Fokdieren worden voorafgaand aan de dekking getest op FIV en FeLV. Verder worden zieke katten, waarbij een vermoeden bestaat op infectie met FeLV, getest.
Dit kan in eerste instantie door middel van een sneltest (bloedtest).
Als deze test positief is wordt bloed opgestuurd naar een gespecialiseerd laboratorium ter bevestiging van de diagnose.
Helaas is FeLV niet te genezen. De secundaire infecties moeten behandeld worden, in het algemeen met antibiotica. Er is een stof op de markt, interferon, dat kan worden gebruikt om het immuunsysteem van de kat te ondersteunen. Dit product is echter duur en geeft geen 100% garantie op positief resultaat. Uiteindelijk zal de kat komen te overlijden door de gevolgen van het FeLV zelf (vaak door de tumoren of beenmergdepressie). Katten met ziekteverschijnselen moeten apart gehouden worden van andere katten om besmetting te voorkomen.
Voorkomen van het virus kan alleen door de kat binnen te houden en niet in contact te laten komen met andere katten.
Er is een vaccin op de markt. Echter deze biedt geen 100% bescherming en alleen katten in een met FeLV besmette omgeving worden geadviseerd te vaccineren.