Bijtwonden bij de hond
Het is fantastisch om honden lekker met elkaar te zien spelen. Helaas zijn ze het niet altijd met elkaar eens. Vaak is een blaf of een snauw genoeg om het probleem op te lossen maar soms vallen er rake klappen.
Bijtwonden zijn per definitie zeer vieze wonden door alle bacteriën die in de bek leven. De tanden maken kleine perforaties in de huid en door het schudden met de kop komt de huid los van het onderliggende weefsel en kunnen de wonden uitscheuren. Het grote nadeel van de kleine wonden is dat ze snel weer dicht gaan waardoor alle viezigheid wordt opgesloten. In de holte (pocket) die is ontstaan door het schudden kan zich dit lekker verzamelen en ontstaat er een abces. Het is dus zeer belangrijk om met elke bijtwond naar de dierenarts te gaan, hoe klein deze ook is.
De bijtwonden moeten dus gecontroleerd worden op de aanwezigheid van een pocket. Daarna moeten ze worden schoongemaakt en gespoeld met een Betadine oplossing. Kleine bijtwonden worden meestal open gelaten, doorgescheurde wonden kunnen (gedeeltelijk) worden gehecht. Alle patiënten krijgen ontstekingsremmers (Carporal®) en antibioticum (Clavubactin®) mee.
Bij bijtwonden met een pocket is het soms nodig om een drain te plaatsen. Dit is een plastic buisje dat er voor zorgt dat de wond open blijft en dat het vocht dat ontstaat wordt afgevoerd. De drain wordt in de pocket geplaatst en er wordt een nieuwe opening in de huid gemaakt waar de drain doorheen komt. Deze nieuwe opening moet op het laagste punt gemaakt worden zodat het vocht goed weg loopt. Tenslotte wordt de drain met een paar hechtingen vast gezet. Na een paar dagen controleert de dierenarts de drain om te beoordelen of deze er uit mag. Zodra de drain is verwijderd kan de wond verder genezen.