Echografie
Zoals in de naam reeds vermeld staat maken we gebruik van de echo van geluidsgolven. De sonde of transducer zend geluidsgolven uit met een dusdanig hoge frequentie dat we ze niet kunnen horen (ultrasoon). De geluidsgolven kunnen niet door lucht heen, ze worden direct teruggekaatst. Het is daarom nodig om het dier te scheren en gel aan te brengen. De geluidsgolven worden door de verschillende weefsels teruggekaatst en weer opgevangen door de sonde. Elk weefsel is anders en weerkaatst de geluidsgolven op een specifieke manier. Deze verschillende signalen worden door de computer vervolgens omgezet in beeld. Er bestaan echografieapparaten die zelfs een drie dimensioneel beeld kunnen vormen.
Echografie wordt gebruikt om naar de organen in de buik en het hart te kijken. Ook spieren en pezen kunnen in beeld worden gebracht. Voor echocardiografie (hartecho) is een goed echografieapparaat en ervaring nodig. Tijdens de echografie wordt het hart vanuit verschillende richtingen in beeld gebracht en worden er metingen verricht. Ook kan de stroming van het bloed in beeld gebracht worden. Deze techniek heet Doppler en geeft informatie over de richting en snelheid van de stroming.
Bij een echografie van de buik wordt er gekeken naar de grootte van de organen en de structuur. We kunnen kijken naar de lever, milt, nieren, darmen en blaas. Bij klachten van de urinewegen kunnen we kijken of er gruis of zelfs stenen aanwezig zijn in de blaas. Met de echo kan ook worden gekeken naar de baarmoeder. Dit gebruiken we om vast te stellen of een dier drachtig (zwanger) is of bij het vermoeden van een baarmoederontsteking (pyometra).