Voeding van knaagdieren
Steeds meer mensen hebben een knaagdier zoals een cavia of hamster als huisdier. Er blijkt echter nog vaak dat mensen onvoldoende op de hoogte zijn van de juiste voeding en juiste manier van houden van deze diersoorten.
Onjuiste voeding is de oorzaak van 90% van alle ziektes of aandoeningen die bij deze diersoorten voorkomen. Om meer duidelijkheid te scheppen over de juiste voeding voor deze diersoorten zal in het kort voor de meest gehouden diersoorten de juiste voeding worden besproken.
Cavia
U kunt uw cavia een dieet geven van hooi, droogvoer en groenten en beperkt fruit. Hooi en droogvoer is verkrijgbaar bij de dierenspeciaalzaak. Droogvoer kan bestaan uit korrels (pellets) of gemengd voer. Bij gemengd voer loopt u het risico dat de cavia’s selectief gaan eten en daardoor voedingsstoffen missen. Kies daarom liever voor korrels die alle voedingsstoffen bevatten.
Cavia’s kunnen zelf geen vitamine C aanmaken, dus het is erg belangrijk dat ze voldoende binnenkrijgen via de voeding. Droogvoer dat speciaal gemaakt is voor cavia’s bevat genoeg vitamine C, in tegenstelling tot algemeen knaagdierenvoer. Let wel op dat het vitamine C gehalte na de uiterste houdbaarheidsdatum sterk zal afnemen. Voor de zekerheid kunt u uw cavia dagelijks een kwart tabletje vitamine C (van 50 mg) geven. De cavia’s gaan dit na een aanvankelijke aarzeling vaak zien als een traktatie.
Twintig gram droogvoer per dag is genoeg. Het is belangrijk dat uw cavia de hele dag toegang heeft tot voedsel, en dan met name hooi. Een wilde cavia is namelijk ook een groot deel van de dag bezig met eten. Tussendoor kunt u bijvoorbeeld wortelloof, andijvie, radijsblad, paprika en witlof bijvoeren, en als traktatie kunt u af en toe een klein stukje wortel of fruit zoals aardbei, peer of banaan geven. Verder kunt u de cavia nog wat gras geven. Pas wel op met bermgras; dat kan vervuild zijn door uitlaatgassen. Wees bovendien voorzichtig met het voeren van nieuwe soorten voedsel: de darmen van de cavia moeten hier langzaam aan wennen dus begin met hele kleine stukjes.
Cavia’s ontwikkelen vroeg in hun leven een voorkeur voor bepaalde soorten voedsel en weigeren later soms voedsel dat ze niet kennen, het is daarom handig hen op jonge leeftijd aan meerdere soorten voer te wennen.
Chinchilla
De spijsvertering van de chinchilla is erg gevoelig. Het is belangrijk dat ze het juiste voer krijgen met veel vezels en weinig vocht. Speciale chinchilla-pellets hebben de voorkeur, omdat hier alle voedingsstoffen in zitten en de dieren niet de lekkerste dingen uit het voer kunnen halen zoals bij gemengde voeders. Geef niet teveel, 20 tot 30 gram per dag is genoeg voor een chinchilla. Naast pellets is het erg belangrijk om dagelijks veel vers hooi en eventueel stro te geven. Het hooi mag niet teveel klaver bevatten of te jong zijn, hier zit teveel eiwit in.
Zorg ervoor dat het voer voor uw chinchilla vers is en bewaar het op een droge plek. Chinchillavoer mag geen sporen van schimmels bevatten, daar kunnen de dieren dood aan gaan. Voer of snoepjes met suiker, vet of teveel eiwit kunnen de dieren erg ziek maken. Geef ze liever geen pinda’s, noten of zonnebloempitten. Geef ook geen voer dat voor andere knaagdiersoorten bestemd is.
De chinchilla’s mogen als snoepje een enkel klein stukje gedroogd fruit krijgen zoals gedroogde appel of een rozijntje. Een paardenbloemblaadje of rozenbottel mag ook. Geef nooit vochtig fruit of groente. Verandert u van voer, doe dit dan heel geleidelijk.
De chinchilla eet een deel van zijn eigen keutels op, deze bevatten vitamine B12. Een knaagsteen mag u niet geven, dit veroorzaakt blaasstenen omdat de chinchilla gewend is aan kalkarme voeding. Takken van fruitbomen of wilgen zijn wel goed voor de tanden. Natuurlijk moet altijd vers drinkwater aanwezig zijn.
Fretten
De wilde verwanten van de fret zijn echte vleeseters en voeden zich in de natuur met prooien als knaagdieren en vogels. Het maagdarmkanaal van de fret is dan ook helemaal ingesteld op het verteren van vlees. Voer een kwalitatief zeer hoogwaardige en speciaal voor fretten gemaakte voeding met relatief veel eiwitten en vetten (en weinig koolhydraten). Hoogwaardig voer voor kittens kan ook worden gegeven. Algemene richtlijn is een eiwitpercentage tussen de 30 en 40 procent, een vetpercentage tussen de 20 en 30 procent en zo min mogelijk (minder dan 2 procent) vezels. U kunt een fret ook dode prooidieren, zoals ratten en muizen, voeren.
Een frettenmaag kan niet overweg met groenten en fruit. Hondenvoer is ongeschikt omdat daar voor fretten te veel onverteerbare plantaardige producten en vezels in zitten. U kunt uw fret met mate verwennen met een speciaal frettensnoepje gemaakt van vleesproducten, stukjes (gekookte) kip, stukjes gekookt ei of een heel klein klontje roomboter. Pas op met suikerhoudende of koolhydraatrijke producten, die kunnen voor gezondheidsproblemen zorgen.
Er wordt aangeraden om voor fretten altijd voer ter beschikking te hebben. Het is echter geen probleem als dit eens niet mogelijk is; een gezonde fret kan makkelijk gedurende twaalf uur zonder voer. Houd in de gaten dat de fret zijn eten niet verstopt zodat het bederft.
Ook vers drinkwater hoort altijd aanwezig te zijn. Een drinkfles is hiervoor het handigst.
Voor meer informatie, of informatie over andere diersoorten kunt u contact opnemen met Dierenkliniek Goeree Overflakkee of kijken op de website van het LICG (www.LICG.nl)
Voedselverrijking en spelletjes
Knaagdieren zijn levendige en slimme dieren. In een saai hok zonder afwisseling gaan ze zich snel vervelen. Ze kunnen dan ongewenst gedrag ontwikkelen, zoals knagen aan tralies en ander stereotiep gedrag. Ook kan verveling er voor zorgen dat de dieren onderling ruzie gaan maken.
In de natuur zijn deze dieren vaak druk met het zoeken naar voedsel, controleren van hun territorium, het maken van een nest of hol en met allerlei sociaal gedrag. Om te zorgen dat ze zich ook als huisdier prettig blijven voelen, is het belangrijk om te zorgen dat ze dit soort natuurlijk gedrag kunnen uitvoeren.
Eén van de manieren om knaagdieren bezig te houden, is om een deel van het voer op een andere manier aan te bieden, in plaats van het gewoon in een bakje klaar te zetten. Daardoor kunt u heb uitdagen, laten nadenken en laten bewegen. Ze moeten moeite doen om hun voedsel te bemachtigen en dat maakt het voor de dieren interessanter en vaak ook leuker. Dit wordt voedselverrijking genoemd.
Uit onderzoeken bij diverse diersoorten blijkt dat de dieren vaak een voorkeur hebben voor voedsel waar ze moeite voor moeten doen boven voedsel dat ‘gratis’ wordt aangeboden. Ze krijgen zo de mogelijkheid om natuurlijk gedrag, het zoeken naar voedsel, uit te oefenen.
Belangrijk is natuurlijk dat het gebruik van voedselverrijking en speelgoed wordt afgestemd op het dier en veilig is. Blijf in de buurt, zodat u in kunt grijpen en gebruik alleen voedsel dat het dier gewend is. Let ook op de voedselhoeveelheid. Als u brokjes gebruikt in het speelgoed, moet dit van de dagelijkse hoeveelheid afgehaald worden. Zorg ervoor dat de dieren geen ruzie met elkaar kunnen krijgen en dat de dieren ‘succes’ hebben. Het is niet de bedoeling dat zij het voer wel ruiken, maar er niet bij kunnen komen, want dan kunnen ze gefrustreerd raken. Begin dus niet te moeilijk.
U kunt veel producten vinden in de dierenwinkel, bijvoorbeeld voerballen en puzzels en ballen van wilgentwijgen, maar u kunt ook speelgoed zelf maken. Let in dit laatste geval wel op dat u materialen gebruikt die veilig zijn en geen giftige, scherpe of onverteerbare materialen.
Kijk voor voorbeelden van zelf te maken speelgoed en voedselverrijking op de LICG pagina: http://licg.nl/5j7/praktisch/konijnen-en-knaagdieren/gedrag-en-opvoeding/voedselverrijking-en-spelletjes-voor-konijnen-en-knaagdieren.html
Hieronder een opsomming van enkele voorbeelden van geschikt speelgoed voor knaagdieren:
- Een wc-rolletje gevuld met hooi: leuk om vooruit te duwen en het hooi eruit te trekken
- Een metalen hooibal: erg leuk om het hooi zo strak mogelijk in de bal te doen. Uw knaagdier is dan even bezig om het er weer uit te krijgen. Knaagdieren vinden het heerlijk om er een beetje moeite voor te doen. Dit doen ze in de natuur ook. In het midden van de bal kunt u ook wat brokjes in het hooi verstoppen, als stimulatie om meer hooi te
- Een voedselballetje: te koop in de dierenwinkel. Hier kunt u de brokjes in verstoppen; het konijn zal dan de bal met de neus vooruit moeten duwen om er eten uit te
- Telefoonboek: konijnen vinden het heel leuk om dingen te verscheuren. Het is niet de bedoeling dat ze de bladzijdes opeten! Hier zit inkt op en dat is niet goed voor
- Kartonnen doos of een ton: kan als schuilplaats gebruikt worden. U kunt er wat stro en hooi in
- PVC pijp: kan als schuilplaats gebruikt
- Kattentunnel: kan als schuilplaats gebruikt worden en om er lekker doorheen te
- Handdoek: hier kan het konijn lekker in graven. Zorg er wel voor dat de handdoek niet opgegeten wordt; dit kan voor verstopping
- Zandbakje: ideaal om aan de graafbehoefte te
- Wilgentakjes: hier kan lekker op geknaagd worden en het mag helemaal opgegeten worden.
- Worteldoos: dit kunt u zelf maken met behulp van een kartonnen doos en wortelen. Als het konijn in de doos kruipt, is het een schuilplaats en tegelijk kan het lekker aan de wortelen knabbelen. Probeer aan de buitenkant ook een stukje wortel uit te laten komen (met loof, vinden de meeste konijnen erg lekker). Let er wel op dat u uw konijn niet langer dan een kwartier in en rond de doos laat spelen. Te veel groenten in één keer kan problemen geven met het maagdarmkanaal (buikpijn en diarree)!