Huidschimmel
Een schimmelinfectie komt regelmatig voor bij vele verschillende diersoorten, zoals bijvoorbeeld hond, kat, paard, knaagdier, maar ook geiten, schapen en koeien. Dieren kunnen drager van de schimmel zijn, zonder daar zelf ziek van te zijn. Een huidschimmelinfectie wordt ook wel ‘dermatofytose’ genoemd. Er zijn enkele risicogroepen waarbij een schimmelinfectie vaker voor kan komen:
- langharige honden en katten
- jonge of zieke honden en katten
- dieren die onder behandeling staan met medicijnen die de afweer remmen
- dieren die in een omgeving leven waarbij regelmatig nieuwe dieren worden geïntroduceerd, zoals kennels en catteries
Er zijn veel verschillende soorten schimmels en per huisdier kunnen verschillende soorten voorkomen. Zo is een schimmelinfectie bij de hond in 70% van de gevallen veroorzaakt door de schimmel Microsporum canis, in 20% door Microsporum gypseum en in 10% van de gevallen door Trichophyton menthagrophytes. Bij de kat is het in 98% van de gevallen door Microsporum canis.
LET OP: schimmels zijn ook besmettelijk voor mensen!
Een andere naam voor dit fenomeen is ‘zoönose’. Je kunt dus een schimmelinfectie oplopen van een huisdier, maar ook andersom. Ook voor mensen onderling geldt hetzelfde. De schimmelinfectie wordt in de volksmond ook wel ‘ringworm’ of ‘ringschurft’ genoemd. Het betreft hier dus geen worm of schurft, maar een schimmel. Deze naam is waarschijnlijk ontstaan omdat de schimmel bij mensen typische ronde, rode plekken op de huid geeft. Heeft uzelf verdachte plekken op de huid, neem dan contact op met de huisarts.
Ringworm bij de mens
Wat zijn de symptomen?
De symptomen kunnen per hond of kat sterk verschillen, variërend van een mottige vacht en enkele kale plekjes, tot kleine korstjes over het gehele lichaam. Ook een uitgebreide huidontsteking kan voorkomen.
Zoals eerder aangegeven kunnen dieren ook schimmels met zich meedragen zonder daar zelf ziek van te zijn (ook wel ‘dragers’ genoemd). Meestal is er geen jeuk, tenzij er een huidontsteking is ontstaan.
Een positieve schimmelkweek geeft een roodverkleuring; interpretatie is afhankelijk ook van de afname
Links een met schimmel aangetaste vacht en rechts een positieve kweek
Diagnostiek en Therapie
Hoe weet de dierenarts of mijn huisdier schimmel heeft? En wat is de behandeling? Met de microscoop kunnen wat verdachte haren worden onderzocht. In sommige gevallen kunnen schimmelsporen al onder de microscoop worden aangetoond.
Schimmelsporen onder de microscoop
Daarnaast kunnen sommige schimmels worden gezien met ultraviolet licht. Omdat helaas niet alle schimmels met deze methoden kunnen worden aangetoond is een schimmelkweek het meest betrouwbaar.
De dierenarts kan de diagnose dus definitief stellen door het aantonen van de schimmel met een schimmelkweek. Aansluitend wordt het dier behandeld met een medicijn en een shampoo dat de schimmels doodt.
Een schimmelinfectie is goed te behandelen en de meeste dieren herstellen volledig. De behandeling duurt minimaal 6 weken. Omdat schimmels erg besmettelijk zijn is het belangrijk dat de geïnfecteerde dieren niet in contact komen met gezonde dieren. Dit betekent bijvoorbeeld niet naar tentoonstellingen en cursussen, maar ook het apart houden van het dier wanneer er meerdere dieren in één huishouden wonen.
Naast het behandelen van het dier, is de omgeving net zo belangrijk. Er moet er constant rekening gehouden worden met de mogelijkheid tot het overbrengen van schimmelsporen van de ene naar de andere ruimte. Dit kan via kleding en materialen (zoals schoenen, kleding, dekens, borstels, etc.). Dit houdt in dat de omgeving goed ontsmet moet worden. Ook het wassen van textiel op kookwas is van belang om de schimmelsporen te verminderen.