Een nestje fokken met uw konijn
Konijnen zijn vruchtbaar vanaf drie tot vijf maanden leeftijd. Vrouwtjes, ook wel voedsters of moeren genoemd, kunnen dan dus ook drachtig worden.
Als u uw vrouwelijk konijn, de voedster, wil laten dekken, breng dan altijd de voedster naar de ram, niet omgekeerd. Zij kan namelijk agressief reageren als de ram ongewenst op haar terrein verschijnt. De eisprong van de voedster komt automatisch na de dekking. Er hoeft dus geen rekening gehouden te worden met het dektijdstip. Vanaf de bevruchting tot de geboorte draagt het konijn gemiddeld 29 tot 33 dagen. Til het konijn gedurende de gehele dracht niet op, misschien laat zij dit zelfs ook niet meer toe. Ze kan ook agressief reageren, dit is natuurlijk en gaat vanzelf weer over. Moet het konijn onverhoopt toch opgetild worden, doe dit dan erg voorzichtig en zorg dat de achterpoten niet in de lucht kunnen spartelen. Zorg dat er de gehele dracht voldoende schoon drinkwater aanwezig is. De voeding dient hetzelfde te blijven, d.w.z. dat u twee maal daags konijnenkorrels voedt naar gewicht. Ook is het belangrijk dat ze onbeperkt hooi kan eten.
Indien u meerdere voedsters heeft, houdt dan de drachtige voedster apart. Zij zal anders haar nestplaats willen beschermen tegen rivalen. Rammen die zich vriendelijk gedragen zal zij wel tolereren. Minimaal twee weken voor de vermoedelijke werpdatum moet u zorgen dat er voldoende schoon stro aanwezig is. Er dient een werpkist te zijn, die donker is en waar de voedster haar nest in kan maken. Ook mag het hok dan niet meer verplaatst worden en houd het konijn uit de buurt van drukke kinderen en dichtslaande deuren. Konijnen zijn zeer stress gevoelig en kunnen hierdoor dode jongen krijgen, of de jongen opeten. Een paar dagen voor de geboorte zal de voedster het nest bekleden met haren van haar buik.
Hiermee wordt de naderende geboorte tevens gekenmerkt; handig als u de datum van dekking niet weet. Voor het nest (in de werpkist) geldt: niet meer verschonen zodra de voedster een warm nest heeft gebouwd. Dit kan teveel onrust veroorzaken.
De bevalling
Voor de bevalling trekt het vrouwtje plukken haar bij zichzelf uit en maakt daar samen met strooisel een nest van. Uw konijn zal hoogst waarschijnlijk wachten met werpen tot ze alleen is. De bevalling zelf verloopt meestal vlot. Een nest bestaat gemiddeld uit drie tot acht jongen. Bij dwergrassen zijn de nesten kleiner. Na de geboorte mag u het nest controleren. Pas op dat de rust niet te erg wordt verstoord, anders bestaat de kans dat het moeder konijn de jongen verstoot. De voedster zal zelf de vliezen en het bloed opeten, zo ook de ontlasting van de jongen. Toch kan het zijn dat u bij een nestcontrole een dood jong moet verwijderen. Twijfelt u of de moeder het toelaat, doe het dan liever niet. Wederom is er anders teveel stress. Wacht dan een paar dagen en kijk dan voorzichtig in het nest, door de bovenste laag omhoog te tillen. Leidt de moeder eventueel af met iets lekkers. Als er een jong naast het nest ligt, moet u het gauw bij de rest terug leggen. Pak zo’n kleintje met een klein beetje hooi op, zodat het niet naar uw handen gaat ruiken.
Houd er rekening mee dat de moeder direct na de worp weer vruchtbaar is!
De jongen
Ze worden naakt en blind geboren en de moeder voedt ze één tot twee maal daags, ongeveer met zonsopgang en zonsondergang. De rest van de tijd zit ze niet in het nest en laat ze de jongen alleen. Tussen de 7e en de 11e dag gaan de oogjes open en krijgen ze donshaartjes. In de tweede week beginnen ze rond te krabbelen en in de derde week gaan ze voorzichtig aan het hooi en stro knabbelen. Na ongeveer 3 weken, komen de jongen geregeld het nest uit. Als dit het geval is, dan moet het hele hok grondig schoon gemaakt worden. Het contact van de jongen met ontlasting moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Dit omdat jonge konijnen erg gevoelig zijn voor een coccidiose- en/of wormbesmetting, allebei een darmparasiet waar ze erg ziek van kunnen worden. Wij raden u aan, tussen de 4e en 6e levensweek een ontlasting onderzoek te laten doen. In de 4e tot de 5e week kunnen ze ook al wat springen en is het goed voor ze dat ze veel beweging krijgen. Veel beweging doet ze goed: hun hart, longen en spieren worden sterker en hun zintuigen en persoonlijkheid ontwikkelen zich beter, dan bij konijnen die in een kleine ruimte zitten. Als u ze in deze periode veel aandacht geeft, dan zullen ze snel aan mensen wennen. Vanaf week 6 kunnen ze vast voedsel volledig mee eten, maar ze zullen toch ook nog bij de moeder drinken. Vanaf week 8 zijn ze oud genoeg om van de moeder af te gaan. Bij angorakonijnen is dit langer: pas vanaf 12 weken leeftijd.
Let op: jonge konijnen kunnen vanaf 5 maanden leeftijd geslachtsrijp zijn. Zet broers en zussen daarom voor deze tijd apart.
Vaccinatie
De konijntjes kunnen worden ingeënt tegen VHD en myxomatose (vanaf 8 weken). VHD is een zeer besmettelijke virusziekte. Deze verspreidt zich via o.a. mest, besmette dieren en materialen. De afloop is vaak dodelijk.
Myxomatose is ook een besmettelijke virusziekte, die zich verspreid via stekende insecten en via besmette dieren (en materialen). Ook hiervan is de afloop vaak dodelijk.
Van VHD bestaan sinds eind 2015 twee virusvarianten. Tegen Myxomatose en VHD type 1 is een vaccin dat jaarlijks gegeven moet worden. Tegen VHD type 2 moet elk half jaar ingeënt worden.
Sterilisatie
Vrouwtjeskonijnen hebben op latere leeftijd een vrij grote kans op baarmoederkanker of baarmoederontsteking. Deze problemen zijn te voorkomen door de voedster, liefst rond de leeftijd van 6 maanden, te laten castreren (steriliseren). Als u dus geen nestje meer wilt met uw konijn is sterilisatie dus ook het advies.