Mitralisklependocardiose
Anatomie
Het hart bestaan uit 2 boezems (atria) en 2 kamers (ventrikels). Het bloed vanuit het lichaam komt binnen via de rechter boezem en gaat vervolgens naar de rechter kamer om van daaruit naar de longen te worden gepompt. Via de longen komt het weer terug naar het hart in de linker boezem en gaat via de linker kamer weer naar het lichaam. Tussen de boezems en kamers, en ook tussen de kamers en de bloedvaten naar de longen en het lichaam bevinden zich kleppen. Tussen de linker boezem en kamer bevind zich de mitralisklep. Deze klep bestaat uit 2 delen die met dunne bandjes (chordae tendineae) vastzitten aan (papillair-) spieren die de klep open kunnen trekken. Als de kamer samentrekt wordt de klep dichtgedrukt door de druk zodat het bloed niet terug naar de boezem stroomt.
Weergave van het hart met de verschillende onderdelen en de bloedstroom
De aandoening
Door slijtage van de kleppen en de vorming van littekenweefsel (fibrose) veranderd de vorm van de kleppen. Het gevolg hiervan is dat de kleppen niet meer goed sluiten waardoor er bloed terugstroomt (regurgitatie) naar de boezem als de kamer samentrekt. Hierdoor ontstaat er weer slijtage van de klep met een verergering van het probleem. Ook de bandjes (chordae tendineae) slijten en kunnen uiteindelijk breken.
De druk in de boezem is veel lager dan die in de kamer. Door het terugstromen verhoogd de druk in de boezem die daar niet op berekend is. Als gevolg hiervan zullen de boezen en kamer uit gaan zetten (dilateren). Ook ontstaat er stuwing van bloed in de longen met uiteindelijk longoedeem. In de beginfase kan het hart de gebreken nog compenseren door krachtiger en sneller te gaan samentrekken.
Voorkomen
Het betreft de meest voorkomende hartaandoening bij honden, waarvan de oorzaak is nog niet goed gekend. Het komt voornamelijk voor bij kleine tot middelgrote rassen (teckel, Yorkshire terriër, chihuahua, Cavalier King Charles spaniël). We zien dat reuen vaker aangetast zijn dan teven. De aandoening komt meestal tot uiting bij honden ouder dan 5 jaar. Bij de Cavalier komt de aandoening vaak al op jongere leeftijd tot uiting. Bij de teckel en de Cavalier King Charles spaniël is er een erfelijke factor aanwezig.
Symptomen
In de beginfase is er nog weinig te zien aan de hond. Het terugstromen van het bloed is wel te horen als een hartruis. Doordat het hart groter wordt kan het gaan duwen tegen de luchtpijp (trachea). Hierdoor ontstaat er een prikkel en kan de hond gaan hoesten.
Röntgenfoto van de borstkas met links de normale situatie waarbij * de perihillaire regio aangeeft, en rechts een vergroot hart die de luchtpijp (trachea) naar boven duwt waardoor deze parallel loopt met de ruggengraat
Indien het hart niet meer kan compenseren spreken we van congestief (linker) hartfalen. De hond kan gaan hoesten ten gevolge van oedeem, veranderingen in de ademhaling (sneller, moeilijker), lusteloos, niet willen eten, inspanningsintolerantie (sterk verminderd uithoudingsvermogen), vermageren en syncope (plotseling omvallen, bewusteloosheid ten gevolge van zuurstoftekort). Uiteindelijk kan er ook rechter hartfalen optreden met stuwing van bloed in het lichaam. Vocht treedt dan uit de bloedvaten en komt in de buik terecht (ascites) waardoor de buik opzet.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld aan de hand van de symptomen, klinisch onderzoek en eventueel extra onderzoeken. Op klinisch onderzoek kan een hartruis hoorbaar zijn en versnelde hartslag. Bij versnelde ademhaling kunnen er afwijkende longgeluiden hoorbaar zijn die kunnen wijzen op longoedeem. De pols kan zwak zijn, de capilaire vullingstijd kan verlengt zijn en de slijmvliezen zijn bleek.
Op röntgenfoto’s kan een vergroot hart zichtbaar zijn. Dit is niet altijd even duidelijk maar door middel van een meting kan er meer zekerheid worden verkregen. Zoals eerder vermeld kan ook de luchtpijp worden weggeduwd. Longoedeem kan perihilair (typische locatie schuin boven en achter het hart) zichtbaar zijn.
Met echografie kan het hart inwendig in beeld worden gebracht. Er wordt gekeken naar de grootte van het hart, de dikte van de spierwanden en de kleppen. De vorm en de werking van e klep kan in beeld worden gebracht. Met behulp van Doppler (kleuren die de bloedstroom weergeven) kan het terugstromen van het bloed in beeld worden gebracht.
Er kan in het bloed worden gekeken naar NTpro-BNP. Dit is een merker die aangeeft of het hart onder stress staat. Lees meer hierover in ons artikel NTpro-BNP voor diagnose van hartproblemen
Behandeling
De behandeling is afhankelijk van het stadium waarin de aandoening zich bevind. Er is internationaal een classificatiesysteem opgesteld. Zolang er nog geen symptomen zijn moet de hond in de gaten worden gehouden maar wordt er nog geen medicatie gegeven. Vochtafdrijvers (diuretica) kunnen helpen bij het verminderen van longoedeem. ACE-inhibitoren helpen bij het reguleren van de bloeddruk. Tenslotte kan er nog pimobendan (oa Vetmedin®) worden gegeven die het hart ondersteunt.
STADIUM | BESCHRIJVING | |
A | Risicorassen | |
B | B1 | Regurgitatie zichtbaar op echo maar geen veranderingen aan hart |
B2 | Regurgitatie en veranderingen aan hart zichtbaar | |
C | Symptomen | |
D | Eindstadium, ernsitg harfalen |
Internationaal classificatiesysteem